Op 15 maart mogen Nederlanders weer naar de stembus voor de Provinciale Staten en de Waterschappen. Traditioneel is het animo voor deze verkiezingen in ons land laag en zijn we blij als de helft van de kiesgerechtigden komt opdagen. Veel mensen vinden Tweede Kamerverkiezingen al lastig, maar de Provinciale Statenverkiezingen? Waar gaan die verkiezingen eigenlijk over en wat valt er te halen voor de boer en burger?
We zitten in een stikstofcrisis, dat kan niemand zijn ontgaan. Stikstof in zijn zuivere vorm kennen we als een kleurloos, reukloos en onschadelijke gas dat we dagelijks met onze zuurstof inademen. Maar liefst 78% van de ons omringende lucht is stikstof. Maar er zijn bepaalde verbindingen met stikstof die wel problemen veroorzaken: ammoniak (NH3) en verbindingen met zuurstof (NO en NO2).
Het stikstofprobleem
Vooral ammoniak heeft het afgelopen jaar voor beroering in politiek en maatschappij gezorgd. Boeren zagen hun toekomst in gevaar komen en gingen met tractors op pad om te protesteren. Wel begrijpelijk omdat de overheid de problemen al jarenlang voor zich uitschoof en probeerde ‘geitenpaadjes’ te vinden.
Boeren konden een natuurvergunning krijgen op basis van een berekening van de stikstof die ze verwachten uit te stoten (PAS-melders). Bouwprojecten werden door een speciale wet vrjjgesteld van een stikstofvergunning op basis van de veronderstelling dat ze geen invloed op de stikstofbalans zouden hebben (Bouwvrijstelling). Beide regelingen werden door de Raad van State afgeschoten en een stikstofcrisis was geboren. Plotseling was er weinig of geen stikstofruimte meer en lagen allerlei projecten in de huizen- en wegenbouw stil.
Stikstof en de Provinciale Statenverkiezingen
Stikstof is één van de grote onderwerpen van deze verkiezingen. Het kabinet heeft het afgelopen jaar ambitieuze doelen gepresenteerd om de stikstofuitstoot te reduceren vóór het jaar 2030. De belangrijke taak om die plannen uit te voeren is grotendeels bij de provincies neergelegd. Minister Van der Wal van Natuur en Stikstof vraagt van de provincies om plannen te maken die de landelijke doelstellingen vertalen naar een regionale aanpak. Op 1 juli van dit jaar moeten provincies de eerste versie van hun plannen per regio klaar hebben.
De provincies zien dat nog niet zo zitten, níét om de doelen voor 2030 te halen en níét voor het geld dat ervoor is vrijgemaakt, een toch niet misselijk bedrag van 24 miljard voor heel Nederland. Overijssel is de eerste provincie die het Provinciaal Programma Landelijk Gebied heeft gepresenteerd en verwacht 5 miljard nodig te hebben. Keer 12 is 60 miljard, bijna 2,5 keer zo veel!
Politieke verhoudingen
Maar wat als de verkiezingen grote verschuivingen in de provinciale staten teweegbrengen? Binnen de Provinciale Staten zou door de verkiezingen mogelijk de steun voor de kabinetsplannen kunnen afbrokkelen en zouden de provincies dwars kunnen gaan liggen. Het kieskompas, dat kiezers wil helpen hun stem te bepalen, legt bijvoorbeeld al de stelling voor: “Om boeren te beschermen moet de provincie zich verzetten tegen het landelijke stikstofbeleid”. Veel deelnemende partijen zullen zeker niet schromen om hun democratisch verkregen invloed aan te wenden om alsnog de landelijke doelstelling ter discussie te stellen.
De Provinciale Staten staan trouwens niet geheel op zichzelf, veel landelijke partijen kijken ook naar de verhoudingen in de Eerste Kamer. Ze schuiven politieke zwaargewichten naar voren als ‘lijsttrekkers’ voor de Eerste Kamer, hoewel de kiezer dus niet direct kan stemmen op deze mensen. Dat gebeurt wél indirect, want nadat de Provinciale Staten zijn gekozen, kiezen de gedeputeerden op hun beurt de 75 leden (senatoren) van de Eerste Kamer. De verkiezingen gaan dus ook over de nieuwe verhoudingen in de landelijke politiek.
Kiezer geeft de doorslag bij Provinciale Statenverkiezingen
Prognoses voorspellen verlies voor de partijen in de regeringscoalitie en dat betekent dat die steun moeten gaan zoeken bij andere partijen om hun plannen, na de Tweede Kamer, ook door de Eerste Kamer te krijgen. Verschilllende politieke blokken in de Eerste Kamer en Provinciale Staten kunnen dan de doorslag geven bij stemmingen. Enerzijds een blok met partijen die het stikstofbeleid afwijzen (BBB, JA21, PVV, FvD) en een blok die het niet ver genoeg gaat (GroenLinks, PvdA, Volt, PvdD). Als tegenprestatie voor steun aan het kabinet kunnen partijen eisen dat ze invloed krijgen op de regeringsplannen. Ook binnen de coalitie staan niet meer alle neuzen dezelfde kant op, dus er zijn volop mogelijkheden de balans te laten doorslaan.
De komende verkiezingen kunnen dus veel uitmaken voor het stikstofbeleid van de regering én de uitvoering daarvan. Welk politiek blok gaat de doorslag geven in Provinciale Staten en Eerste Kamer? Dat is aan de kiezer, dus: ga stemmen!
Weet je nog niet wat je gaat stemmen? Raadpleeg het Kieskompas.
Bron: Groen Kennisnet