Inspecties op dierenwelzijn bij risicobedrijven vergen veel capaciteit van de NVWA. Bij de meeste herinspecties worden bij dit type bedrijven nog steeds overtredingen vastgesteld. Dat blijkt uit cijfers over dierverwaarlozing die de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op 18 december heeft gepubliceerd.
De NVWA is daarom dit jaar gestart met 2 proefprojecten om via maatwerk notoire overtreders te dwingen hun bedrijfsvoering aan te passen. Zo kan de overtreder bijvoorbeeld worden verplicht een bedrijfshulp in te schakelen. Ook wordt het risicogericht uitzetten van inspecties verder ontwikkeld.
Meldingen
Het aantal meldingen van dierverwaarlozing is in 2018 met 28% gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Bij 62% van de inspecties die naar aanleiding van een melding zijn uitgevoerd, is geen overtreding geconstateerd. In 2017 was dit 59%.
Bij de diersoorten kalveren (vlees- en melkkalf) (51%), runderen (41%) en varkens (46%) zijn de meeste overtredingen vastgesteld. Dit betrof voornamelijk een slechte verzorging van de dieren (bijvoorbeeld het niet op tijd behandelen van zieke dieren en het onthouden van water en/of voer) en onhygiënische huisvesting. Inspecties naar aanleiding van meldingen vinden plaats na risico-analyse; niet elke melding wordt dus gevolgd door een inspectie.
Risicobedrijven
Naast inspecties naar aanleiding van meldingen voert de NVWA ook risicogerichte inspecties uit bij zogenoemde ‘risicobedrijven’. Dat zijn bedrijven waar de NVWA een combinatie van hoge risico’s voor het dierenwelzijn heeft geconstateerd. In 2018 zijn 131 van deze risicobedrijven bezocht.
De naleving van wet- en regelgeving bij de risicogerichte inspecties op risicobedrijven was zowel bij de eerste inspecties als bij de herinspecties laag. In totaal was 58% van de eerste inspecties niet akkoord; dit betekent dat er één of meerdere welzijnsovertredingen zijn vastgesteld. Bij 57% van de herinspecties was de situatie nog niet akkoord.
De NVWA blijft risicogerichte inspecties op dierenwelzijn uitvoeren om deze risicobedrijven te bewegen tot het (structureel) verhogen van de naleving. Om dit doel te bereiken is de NVWA in 2019 ook gestart met 2 proefprojecten waarmee via maatwerk notoire overtreders worden gedwongen hun bedrijfsvoering aan te passen. In één project wordt verscherpt toezicht toegepast, een ander project vindt in samenwerking met het Openbaar Ministerie plaats.
Interventies
Bij inspecties die niet akkoord zijn, vindt een interventie (maatregel) plaats. Dat kan een schriftelijke waarschuwing zijn, een bestuurlijke boete of een proces-verbaal. Ook kan een bestuursrechtelijke maatregel worden opgelegd die is gericht op herstel van de situatie. De veehouder krijgt bijvoorbeeld de opdracht om stallen schoon te maken of een dierenarts in te schakelen. Soms worden dieren bij inspecties in bewaring genomen; ze worden dan weggehaald bij de veehouder totdat de situatie op het bedrijf is verbeterd. Dieren worden alleen in bewaring genomen als er geen andere redelijke mogelijkheid is om de overtreding op de locatie te herstellen.
In 2018 zijn naar aanleiding van inspecties bij risicobedrijven 18 schriftelijke waarschuwingen, 10 bestuurlijke boetes, 34 processen-verbaal en 62 bestuurlijke maatregelen genomen. Ook zijn 12 keer dieren in bewaring genomen.
Risicogericht
De NVWA houdt risicogericht toezicht; ze voert vooral daar inspecties uit, waar op basis van meldingen en risicoanalyses de meeste overtredingen te verwachten zijn. De beelden die deze overwegend risicogerichte inspecties opleveren, zijn niet representatief voor de naleving in de gehele sector.
In onderstaande tabel staan de resultaten van inspecties dierenwelzijn in 2018 bij bedrijfsmatige houders van dieren.
Bron: NVWA
Overige inspectieresultaten dierenwelzijn, diergezondheid en mest
Naast de gegevens over dierverwaarlozing bij landbouwhuisdieren publiceert de NVWA ook factsheets met inspectieresultaten over het jaar 2018 van welzijnsinspecties bij kalkoenen, legkippen, varkens, vleeskuikens, inspecties op de Wet verbod pelsdierhouderij en inspecties op het gebied van diergezondheid en de naleving van het mestbeleid.
De NVWA heeft de mestcontroles in 2018 vooral geconcentreerd in de gebieden Brabant/Limburg Noord, de Veluwe en Twente omdat het mestoverschot hier het grootst is en omdat de löss- of zandgrond in deze gebieden het meest gevoelig zijn voor overbemesting. Naast inspecties in deze 3 risicogebieden heeft de NVWA ook extra aandacht besteed aan de 2 schakels in de keten waar het risico op overtredingen het grootst is: de intermediairs en de covergisters.
Bron: NVWA