Nederland zit al meer dan anderhalf jaar in het PAS-moeras. Op donderdag 10 december is het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering in de Tweede Kamer behandeld. Het kabinet wil hiermee uit de stikstofcrisis komen. In de aanloop naar het debat wordt steeds duidelijker waar de partijen op aan koersen. LTO Nederland ziet daarin positieve stappen maar kan zich niet vinden in de zwaardere reductiedoelen na 2030 waarover wordt gesproken.
Extra reductie tot 50% is met de beschikbare technieken onhaalbaar en koerst op gedwongen krimp. LTO mist een onderzoek naar de economische en sociale gevolgen en constateert dat het verdienvermogen voor boeren consequent wordt genegeerd.
PAS-melders
LTO heeft samen met andere partijen opgeroepen om PAS-melders en andere knelgevallen duidelijkheid te bieden. Dat de legalisering van PAS-melders en meldingsvrije activiteiten wettelijk geregeld gaat zijn omarmt LTO. Dat biedt grotere rechtszekerheid tegen handhavingsverzoeken. Ook voor andere bedrijven die onder de PAS er op mochten vertrouwen een legale situatie te hebben blijft LTO inzetten.
Een goed functionerend registratiesysteem helpt en zou moeten worden ingericht. Daarover ziet LTO nog geen duidelijkheid. Het is dan ook cruciaal dat er een stappenplan op weg naar een oplossing komt. De tijd tot definitieve legalisering voor melders van maximaal drie jaar vindt LTO te lang. LTO blijft aandacht vragen voor de onzekere situatie waarmee de bedrijven – die te goeder trouw hebben gehandeld – kampen en voor de grote problemen die zij ondervinden met de financiering, bedrijfsontwikkeling en overnames. Dat vergt een duidelijk en fair financieel afsprakenkader met banken.
Verdienmodel
LTO vindt het onacceptabel dat de economische en sociale gevolgen van de natuurmaatregelen voor bedrijven in de land- en tuinbouw consequent niet in beeld zijn gebracht en niet duidelijk worden meegenomen in de besluitvorming. Daarmee zijn de extra kosten van maatregelen en het verdienmodel van boeren en tuinders genegeerd. Als met verzwaarde doelen nog meer reductie wordt gevraagd, is de noodzaak van zo’n onderzoek en afweging extra noodzakelijk. Dan kan blijken hoeveel extra geld nodig is en beschikbaar moet komen. Ook de Raad van State constateerde dat de sociaaleconomische afwegingen van het wetsvoorstel onvoldoende zijn. LTO benadrukt dat al met al boeren niet groen kunnen doen als ze rood staan.
Investeren in innovaties, meer geld
Een stikstofreductie van 50% in 2035 waarover in de media is bericht is volgens LTO niet reëel en onhaalbaar. Met de huidige beschikbare technieken is de huidige taakstelling van 26% reductie in 2030 al ambitieus. Ook past het tempo van de voorgestelde reductie niet bij het investeringsritme van veel ondernemers. Innovatie maakt veel mogelijk, maar dat moet dan wel door passende regelgeving en investeringen vanuit de overheid gestimuleerd zijn. Innovatiebeleid met bijbehorende investeringen moet een centrale rol spelen in het landbouwbeleid van de komende jaren. Als daaraan voorbij is gegaan is een reductie tot 50% sowieso onhaalbaar en is afgekoerst op gedwongen krimp.
Positief is dat provincies waarschijnlijk de ruimte krijgen om te schuiven met geld voor opkoop naar innovatie. Verder zijn er signalen dat het zogenaamde ‘beroepsverbod’ eruit gaat; bedrijven die op vrijwillige basis zijn uitgekocht kunnen daarna verplaatsen of een ander bedrijf overnemen. Dat was een belangrijk punt voor landbouwpartijen.
Decentralisatie
Een decentrale aanpak, waarbij uitvoering en in kaart brengen door provincies is geregeld, komt maatwerk in een gebiedsproces ten goede. Het risico bestaat echter dat er grote verschillen tussen de aanpak van provincies onderling ontstaan. Het is belangrijk dat de ruimte die provincies hebben vooraf duidelijk is. LTO Nederland pleit daartoe voor een heldere landelijke inkadering.
Op donderdag 10 december bespreekt de Kamer de wetswijziging, de stemming is waarschijnlijk volgende week. LTO houdt leden en stakeholders via social media en de website voortdurend op de hoogte.
Bron: LTO Nederland