Wat is er veranderd in de Gecombineerde opgave 2020? U ziet in dit overzicht van de RVO de veranderingen per onderwerp.
Extra vragen voor de Europese Landbouwtelling (IFS)
Dit jaar stelt de RVO extra vragen in de Gecombineerde opgave voor de Europese Landbouwtelling: Integrated Farm Statistics (IFS). U herkent deze vragen aan de gele achtergrond. De vorige keer dat u hiervoor vragen moest beantwoorden was in 2016. Meer informatie over de IFS vindt u op mijn.rvo.nl/gecombineerde-opgave.
Checklist: wat heeft u nodig?
Bekijk ook de checklist op mijn.rvo.nl/gecombineerde-opgave. In deze checklist staat wat u nodig heeft om de opgave in te vullen. Zo kunt u sneller van start.
Werk
Dit jaar stelt de RVO extra vragen over uw bedrijf, het bedrijfshoofd en/of de bedrijfsleider.
Bedrijfsopvolging
Heeft u een eenmanszaak, maatschap, VOF of CV? En is het bedrijfshoofd ouder dan 50 jaar? Dan geeft u aan of u een opvolger heeft voor uw bedrijf.
Veiligheidsplan
U geeft aan of uw bedrijf een veiligheidsplan heeft. In een veiligheidsplan staat welke gezondheids- en veiligheidsrisico's u, uw werknemers en uw gezinsleden lopen bij het werken op uw bedrijf. In dit plan staat ook hoe deze risico's zijn verlaagd.
Verbrede landbouwactiviteiten
Voert u verbrede landbouwactiviteiten uit op uw bedrijf van april 2019 tot en met maart 2020? Dan geeft u aan welke landbouwactiviteiten dit zijn. U geeft ook aan hoeveel procent van de totale opbrengst van uw bedrijf uit verbrede landbouwactiviteiten komt.
Verkoop aan consumenten
Verkoopt u rechtstreeks of via één tussenschakel producten aan consumenten? Het gaat om producten die op uw bedrijf zijn geproduceerd of verwerkt. Als u dit doet, dan geeft u aan hoeveel procent van de totale opbrengst van uw bedrijf uit de rechtstreekse verkoop en/of de verkoop via één tussenschakel komt.
Bedrijfshoofd en/of bedrijfsleider
De RVO stelt deze vragen extra:
- In welk jaar is de persoon met de dagelijkse leiding begonnen met leiding geven?
- Heeft het bedrijfshoofd en/of de bedrijfsleider nog ander betaald werk?
- Wat is de hoogst gevolgde opleiding van de persoon met de dagelijkse leiding?
Heeft de persoon met de dagelijkse leiding tussen april 2019 en maart 2020 een agrarische cursus of opleiding gevolgd of afgerond?
Heeft niet het bedrijfshoofd, maar iemand anders de dagelijkse leiding? Dan vragen zij ook het geboortejaar van die persoon, wat de relatie is met bedrijfshoofd (bijvoorbeeld partner of familie) en wat de gemiddelde arbeidstijd per week is op het bedrijf van april 2019 tot en met maart 2020.
Familieleden en andere personen die regelmatig meewerken op het bedrijf
U geeft niet meer het totale aantal personen, maar het aantal mannen en/of vrouwen op die regelmatig op het bedrijf meewerkten van april 2019 tot en met maart 2020.
Dieren
Varkens Huisvesting
- Geeft u de diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking (D3) op? Dan geeft u eerst aan welke soorten u van deze diercategorie heeft gehouden. Daarna geeft u alleen voor de gehouden soorten de gemiddelde aantallen in 2019 op:
- vleesvarkens o opfokberen o opfokzeugen van 25 kg tot eerste dekking of inseminatie.
- opfokzeugen van 25 kg tot 7 maanden.
- opfokzeugen van 7 maanden tot eerste dekking of inseminatie. Pagina 4 van 8 Rijksdienst voor Ondernemende Nederland |Wijzigingen Gecombineerde opgave 2020 | 26 februari 2020
- Heeft u guste en dragende zeugen (D1.3)? U geeft eerst het gemiddelde aantal dieren in 2019 op. Daarna geeft u van dit gemiddelde aantal aan hoeveel hiervan zijn:
- fokzeugen waarvan de biggen 6 weken na de geboorte worden afgeleverd.
- fokzeugen waarvan de biggen worden gehouden tot een gewicht van ongeveer 25 kg.
- slachtzeugen
- Bij bepaalde diercategorieën vraagt de RVO naar de vloeruitvoering in de stal, of er uitloop is naar buiten en het aantal maanden dat de varkens op een weide of akker liepen in 2019 (weidegang).
Veranderingen GLB
Vraagt u een GLB-subsidie aan? Dan zijn er een aantal regels veranderd. Zo is de Stichting Veldleeuwerik gestopt op 1 januari 2020. U kunt daardoor niet meer kiezen voor het EA-pakket Veldleeuwerik. Op onze pagina www.rvo.nl/veranderingen-GLB-2020 leest u alle veranderingen.
Grond
Nieuwe gewassen
In 2020 zijn er 4 nieuwe gewascodes:
- 3055 Lisdodde
- 6522 Riet
- 6520 Azolla
- 6521 Wilde rijst
Wilt u meer informatie? Kijk dan op onze pagina mijn.rvo.nl/percelen-registreren. Hier vindt u ook de Tabel Gewassen waarin u deze veranderingen ziet.
Overige grond
U geeft de oppervlakte overige grond op die bij uw bedrijf hoort op 15 mei 2020. Het gaat om:
- de oppervlakte grond die geschikt is voor landbouwgrond (exclusief braak), maar niet als landbouwgrond wordt gebruikt. Bijvoorbeeld een kampeerterrein.
- de oppervlakte overige grond. Bijvoorbeeld erf, gebouwen, gesteente, groeven, onvruchtbare grond, sloten, vijvers en wegen.
Beregening
Heeft u een eigen installatie om landbouwgrond te beregenen? Dan geeft u de oppervlakte landbouwgrond op van uw bedrijf dat u met deze installatie kunt beregenen.
Samenvatting Mest en Grond
Extra fosfaatklasse voor fosfaattoestand
In de samenvatting tonen we dit jaar ook de fosfaatklassen arm en ruim voor de fosfaattoestand van de bodem. Dit betekent dat er dit jaar 5 klassen zijn: arm, laag, neutraal, ruim en hoog. Op onze pagina www.rvo.nl/fosfaatdifferentiatie leest u hoeveel fosfaat u per klasse mag gebruiken op grasland en bouwland. Gegevens derogatie Dit jaar toont de RVO geen gegevens over derogatie in de samenvatting. De Europese Commissie besluit naar verwachting in het voorjaar of Nederland in 2020 weer derogatie krijgt.
Mest
Opslag dierlijke mest
Heeft u in 2019 vaste mest en/of drijfmest opgeslagen die op uw bedrijf is geproduceerd? Dan geeft u aan in welk soort opslag de mest is opgeslagen. Heeft u vaste mest en drijfmest opgeslagen? Dan geeft u aan hoeveel procent van de opgeslagen dierlijke mest drijfmest was en hoeveel vaste mest.
Opslag drijfmest
U geeft aan waar de mest is opgeslagen. U kunt kiezen uit:
- opslag in putten onder de stal.
- opslag buiten de stal in een foliebassin.
- opslag buiten de stal in een mestsilo of mestzak.
Verder geeft u op hoeveel procent van de drijfmest er in die opslag is opgeslagen en wat de capaciteit van die opslag is in maanden.
Opslag vaste mest
U geeft aan waar de mest is opgeslagen. U kunt kiezen uit:
- opslag in de stal in een systeem met diepstrooisel.
- opslag buiten de stal in een mesthoop met actieve compostering. De mest wordt belucht en/of gemengd.
- opslag buiten de stal in een mesthoop (inclusief de opslag op het land).
Verder geeft u op hoeveel procent van de vaste mest er in die opslag is opgeslagen en wat de capaciteit van die opslag is in maanden.