De uitscheiding van stikstof en fosfaat in dierlijke mest is in 2019 verder afgenomen. Vergeleken met een jaar eerder daalde de stikstofuitscheiding met 2,8 procent. De fosfaatuitscheiding nam tegelijkertijd met 4,0 procent af. De plafonds die in Europa zijn afgesproken voor behoud derogatie zijn daardoor ruimschoots behaald.
Sinds begin dit jaar is de mestwetgeving veranderd. Voorheen waren de totale productieplafonds uit 2002 maatgevend voor behoud derogatie. Dat is aangepast naar sectorale plafonds die gerespecteerd dienen te worden. Voor de varkenshouderij ligt deze plafonds op respectievelijk op 99,1 miljoen kilogram stikstof en 37,7 miljoen kilogram fosfaat. De stikstofexcretie lag op 93,7 miljoen kilogram. Dat is 3,2% lager dan 2018. De fosfaatexcretie bedroeg in 2019 36,8 miljoen kilogram fosfaat, waarmee de daling ten opzichte van 2018 2,4% bedraagt.
Minder vleesvarkens en zeugen
De daling wordt grotendeels veroorzaakt door minder vleesvarkens (0,5%) en minder zeugen (5,1%). Ook zat er minder fosfaat en stikstof in het voer. Al sinds 2016 overschrijdt de varkenshouderij de plafonds niet meer en het is de verwachting dat de daling zich de komende jaren doorzet, als gevolg van de Saneringsregeling veehouderij en verbeterde efficientie.
Melkvee daalt harder
Dat het fosfaatplafond en het stikstofplafond steeds verder uit het zich verdwijnen heeft vooral te maken met de melkveehouderij. Tot vorig jaar was deze sector een notoire overtreder van zowel het stikstof- als het fosfaatplafond, maar deze zit inmiddels ook weer onder haar plafond. In de melkveesector bedroeg de stikstofuitscheiding vorig jaar 279,7 miljoen kilogram, 10,2 miljoen kilogram (3,5 procent) minder dan in 2018. De stikstofuitscheiding van de melkveehouderij is nu gedaald tot onder het productieplafond van 281,8 miljoen kilogram voor deze sector. Vorig jaar was de fosfaatproductie van de melkveesector 75,5 miljoen kilogram, 3,2 miljoen kilogram (4,0 procent) minder dan in 2018. De fosfaatproductie in de melkveesector ligt daarmee ruim onder het fosfaatplafond voor deze sector van 84,9 miljoen kilogram. Nederland telde in 2019, vergeleken met een jaar eerder, gemiddeld minder melkkoeien (0,8 procent) en jongvee (8,4 procent).