In 2020 veranderen er regels voor het gebruik van mest. Er is een extra fosfaatklasse geïntroduceerd en er is een mogelijkheid tot generieke korting, al mag deze niet zomaar worden toegepast.
Sinds 1 januari is nieuwe meststoffenwet van kracht geworden. Een belangrijke aanpassing is de het toevoegen van een extra fosfaatklasse. Bedrijven die grondmonsters hebben genomen, kunnen op basis van de PW c.q. PAL-waarde de fosfaattoestand bepalen en mogen – afhankelijk van de klasse meer fosfaat aanwenden dan het forfait. Wilt u in 2020 deze fosfaatdifferentiatie gebruiken? Er is een extra klasse voor de fosfaattoestand van uw grond. Dat betekent dat er nu 5 klassen zijn: hoog, ruim, neutraal, laag en arm. Wie gebruik maakt van het forfait wordt automatisch ingedeeld in de klasse hoog. De fosfaatgebruiksnorm voor grond met de fosfaattoestand hoog gaat in 2020 omlaag. Op grasland mag u 75 kilogram fosfaat gebruiken en op bouwland 40 kilogram.
Productieplafonds in de wet
De plafonds voor de totale productie van stikstof en fosfaat uit dierlijke mest zijn vanaf 1 januari 2020 in de Meststoffenwet opgenomen. Daarnaast is er een sectorplafond voor varkens, pluimvee en melkvee. Dat betekent dat in de wet staat hoeveel stikstof en fosfaat deze dieren maximaal mogen produceren. Daarbij staat ook wat de gevolgen zijn als Nederland boven dit plafond komt. Een generieke korting is mogelijk wanneer er plafondoverschrijding plaatsvindt, maar wel met een voorhang. De aangenomen motie van CDA en SGP schrijft voor dat het kortingsinstrument mag worden toegepast als er geen andere – minder ingrijpende – mogelijkheden zijn om de stikstof- en fosfaatproductie onder het sectorale plafond te krijgen. Ook is de mogelijkheid tot compensatie opgenomen in de mestwet wanneer
de generieke korting wordt toegepast en mag de korting nooit meer bedragen dan de procentuele overschrijding.
Mest op overige grond uitrijden
Vanaf 1 januari 2020 is er een verschil tussen de toegestane hoeveelheid fosfaat op grasland en bouwland op overige grond. Grasland op overige grond is bijvoorbeeld grond met hobbydieren. Bij bouwland kunt u denken aan volkstuinen. De hoeveelheden gelden voor dierlijke mest, compost, overige organische mest en herwonnen fosfaat. Op grasland op overige grond mag u 90 kilogram fosfaat en 170 kilogram stikstof per hectare uitrijden. Op bouwland is dit 60 kilogram fosfaat en 170 kilogram stikstof per hectare. De oude norm van 80 kilogram per hectare was voor grasland laag en voor bouwland te hoog. Door de aanpassing is de gebruiksnorm voor beide grondsoorten meer passend. De normen sluiten aan bij de fosfaatgebruiksnormen voor landbouwgrond met de fosfaattoestand neutraal. De norm voor stikstof blijft gelijk.
Natuurgrond met pacht- of huurcontract
Voor natuurgrond staat soms in een pacht- of huurcontract (gebruiksovereenkomst) hoeveel mest u maximaal mag gebruiken. U beschrijft dat vanaf nu in kilogram stikstof of fosfaat. Dit hoeft alleen in overeenkomsten die u na 1 januari 2020 afsluit. Had u voor deze datum al een overeenkomst? Dan hoeft u dit alleen aan te passen als u deze verandert of verlengt.
Dit artikel is afkomstig uit het vakblad Varkensbedrijf! Vraag hier een proefnummer aan!