Vanaf 1 oktober 2017 moet dikke fractie bemonsterd worden door een onafhankelijke monsternemer. Dikke fractie is vaste mest dat bestaat uit koek na mestscheiding met mestcode 13 (rundveemest) en 43 (varkensmest), of een mengsel waarin mestcode 13 en/of 43 in zit.
Wel of niet bemonsteren
Voorbeelden van mengsels die bemonsterd moeten worden:
- Mengsel van 95% paardenmest en 5% koek na mestscheiding van varkensmest (43).
Voorbeeld: Leverancier wil vaste dierlijke mest afvoeren, dit is een mengsel van 95% paardenmest (mestcode 25) en 5% koek na mestscheiding van varkensmest (mestcode 43). - Mengsel van 10% paardenmest en 90% koek na mestscheiding van rundvee mest (13).
Voorbeeld: Leverancier wil vaste dierlijke mest afvoeren, dit is een mengsel van 10% paardenmest en 90% koek na mestscheiding van rundveemest (mestcode 13). - Dikke fractie dat bestaat uit digestaat met rundvee- en varkensmest.
Voorbeeld: De input in een co-vergister bestaat uit rundveemest, varkensmest, pluimveemest en co-materialen. Na vergisting wordt het digestaat gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie. - Dikke fractie dat bestaat uit digestaat met koek na mestscheiding van rundvee- en varkensmest.
Voorbeeld: De input in een co-vergister bestaat uit gescheiden rundveemest, gescheiden varkensmest, pluimveemest en co-materialen. Na vergisting wordt het digestaat opnieuw gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie. - Dierlijke mest met 85% droge stof dat bestaat uit varkensmest.
Voorbeeld: De input in een co-vergister bestaat uit vleesvarkens- en zeugenmest met co-producten. Het digestaat wordt na vergisting gescheiden, gedroogd en tot een korrel geperst. De korrel heeft een droge stof gehalte van 85%. De mestkorrel voldoet niet aan de definitie van mestkorrels en blijft ook na indroging, dikke fractie na mestscheiding. - Mestkorrels met minstens 90% droge stof die niet zijn verwerkt in een door NVWA-erkende installatie.
Voorbeeld: U heeft een vergister op uw bedrijf die (nog) niet is erkend door de NVWA. Met deze vergister maakt u mestkorrels die bestaan uit minstens 90% droge stof. Deze mest voldoet niet aan de eisen voor mestkorrels en moet daarom bemonsterd worden door een onafhankelijk monsternemer. Daarnaast doet een geregistreerd vervoerder het transport met AGR/GPS apparatuur. Ook wegen van de vracht is verplicht. U vult op het VDM mestcode 13, 43 of een combinatie van deze codes in.
Voorbeeld van een mengsel dat niet bemonsterd hoeft te worden:
- Mestkorrels met 90% droge stof die bestaan uit varkensmest.
Voorbeeld: De input in een co-vergister bestaat uit vleesvarkens- en zeugenmest met co-producten. Het digestaat wordt na vergisting gescheiden, gedroogd in een door NVWA-erkende installatie tot tenminste 90% droge stof en vervoerd naar een bedrijf dat het tot een korrel perst.
Het digestaat voldoet aan de definitie van mestkorrels (ook al is het nog geen korrel) zodra de dierlijke mest bewerkt is in een door NVWA-erkende installatie waarna het droge stof gehalte tenminste 90% is. Voor het transport naar de korrelaar gelden de regels voor mestkorrels.
Bron: RVO.nl