Wageningen Economic Research onderzocht in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of, en zo ja hoe, mest be-/verwerking en voermaatregelen in de melkvee- en varkenshouderij kunnen bijdragen aan een oplossing voor het fosfaatoverschot van 5 miljoen kg en een mogelijk stikstofoverschot bij afschaffing van de derogatie.
Nederlandse melkkoeien en varkens produceren in 2020 naar schatting ongeveer 118 mln. kg fosfaat en 342 mln. kg stikstof (na emissie) in hun mest. In Nederland is voor deze mestsoorten ruimte voor 113 mln. kg fosfaat en 342 miljoen kg stikstof (met derogatie).
Gezamenlijke inspanning varkens- en melkveehouderij nodig
Berekeningen met het MERIT Model for Economically Robust InvestmenT decisions tonen aan dat de economisch optimale oplossing een gezamenlijke, sector-overstijgende, inspanning vergt. Hierbij verlaagt de melkveehouderij de mineralengehaltes in het voer en scheidt een deel van de mest. De vleesvarkenshouderij verlaagt de voergehaltes juist niet maar verwerkt de drijfmest. De fokvarkenshouderij moet – afhankelijk van het scenario – de gehaltes in het voer verlagen en/of drijfmest verwerken. Dit kan betekenen dat de melkveehouderij extra kosten maakt waardoor de varkenshouderij meer mest kan aanwenden in Nederland en kosten kan besparen.
Overheid: geef duidelijkheid over beleid
Het is belangrijk dat de overheid langdurige zekerheid verschaft over het beleid aangaande de beschikbare gebruiksruimte voor fosfaat- en stikstof (derogatie en aanwending fosfaat uit zuiveringsslib in de landbouw). Verwerking van vleesvarkensdrijfmest is alleen noodzakelijk bij een lagere plaatsingsruimte voor stikstof of fosfaat in Nederland voor dierlijke mest; mestverwerking vergt aanzienlijke investeringen.
De onderzoekers adviseren boeren(organisaties), agrarisch bedrijfsleven, overheid en landbouwkundig onderzoek: analyseer hoe kosten en baten in de mest-afzetketen zijn verdeeld tussen de sectoren, per schakel en per bedrijfstype om inzicht te krijgen in de benodigde stimuli per sector, ketenschakel en bedrijf om de economisch optimale oplossing te realiseren.
Mestverwerkers en landbouwkundig onderzoekers wordt aangeraden verdergaande verwerkingstechnieken (door) te ontwikkelingen voor vlees- en fokvarkensdrijfmest. Denk aan technieken als korrelen, BioEcoSIM en RePeatGZ (toegepast door de Groene Mineralencentrale), die nodig zijn als de plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat uit dierlijke mest kleiner wordt dan de huidige plaatsingsruimte.
Bron: WUR