Loonwerkers voeren zeventig tot tachtig procent van het bemestingswerk uit. Logisch dus om aan hen te vragen hóe ze dat doen, waar ze op letten en wat we als sector kunnen doen om te komen tot een betere mestbenutting, hogere gewasopbrengst en lagere ammoniakemissie.
Han Kuunders van Loonbedrijf Kuunders uit Deurne geeft ons een kijkje onder de motorkap van zijn bedrijf.
De portemonnee regeert
Han Kuunders zit sinds 2017 in het familiebedrijf en het bedrijf heeft ongeveer vijfendertig medewerkers in dienst. Naast agrarisch loonwerk heeft Loonbedrijf Kuunders ook een transporttak en is ze 50 procent eigenaar van Kumac, een mestverwerkingsfabriek in coöperatie met zo’n vijfendertig varkenshouders. Op hun 300 ha akkerbouwbedrijf telen ze zelf aardappelen en bieten.
Han zit in het bestuur bij de sectie meststoffen van Cumela en ervaart dagelijks de problematiek in de huidige overvolle mestmarkt. “Door de derogatieafbouw moeten vooral rundveehouders, die voorheen de mest op eigen land kwijt konden, nu mest afvoeren. Dat geeft een ongekende druk op de markt.” Voor akkerbouwers is het gunstig om veel mest aan te voeren, nu ze er geld op toe krijgen. “De kwaliteit is voor velen ondergeschikt aan de prijs die ze kunnen krijgen. Ook het feit dat ze vaak op huurgrond boeren met tijdelijke pacht, maakt dat ze geen investering in de grond willen doen. De portemonnee regeert nu”, constateert Han.
Kritisch op werkresultaat
Het klantenbestand bestaat vooral uit rundveehouders, maar ook varkenshouders en akkerbouwers, voornamelijk gevestigd op zandgrond en een deel peelgrond. De verdeling tussen grasland- en bouwlandbemesting is fiftyfifty. “We hebben een trouwe klantenkring en weten goed welk resultaat de klant wil. Elke winter houden we klantbezoeken om de wensen en lopende zaken door te spreken”, licht Han hun werkwijze toe. “De klant bepaalt wát het resultaat moet zijn, onze medewerkers hebben de ervaring hóe we het moeten uitvoeren.” Over het algemeen zijn de klanten kritisch op het werkresultaat.
De mest moet goed in de grond zitten en niet meer zichtbaar zijn. “Dit levert het minste stikstofverlies en de hoogste gewas- en dus ook financiële opbrengst op”, weet Han. Iets wat steeds belangrijker wordt naarmate er steeds minder mest op het land mag. “Ook willen ze geen mestresten in het gras of in de kuil.” Het loonbedrijf werkt op basis van uurloon. “Nieuwe klanten discussiëren soms over het uurtarief, maar nooit over de tijd die nodig is voor het werk”, ervaart de eigenaar.
Chauffeur meest bepalend voor werkresultaat
Kuunders heeft verschillende bemestingsmachines tot de beschikking. In Deurne staan twee Schuitemaker-bemesters, op de locatie in Someren staat de Vredo-machine. Voor het uitrijden van het mineralenconcentraat op bouwland gebruiken ze een Bomech sleepvoetbemester, die ze hebben voorzien van tanden die de meststrookjes met grond weer afdekken, wat goed werkt op zandgrond. De Schouten zodenbemester gebruiken ze voor het uitrijden van mineralenconcentraat met lage hoeveelheden op grasland. Alle bemesters hebben hun voor en nadelen. “Ze kunnen allemaal goed werken mits er vakkundig mee omgegaan wordt en het onderhoud goed uitgevoerd wordt”, vindt Han.
De Schuitemaker heeft één bolle schijf waardoor deze een smallere snede maakt en heeft een voetje dat de sleuf na mesttoediening beter toedekt. Toch is de meest bepalende factor voor goed werkresultaat niet de machine, maar de chauffeur meent Kuunders beslist. “Onze chauffeurs zijn zeer zelfkritisch. De meesten werken hier al jaren, willen de klant graag tevreden houden en zijn trots op hun werk.”
Machines nauwkeurig afstellen
Ook het onderhoud van de machine speelt een belangrijke rol in de kwaliteit. “Als een chauffeur ziet dat een machine niet goed is, komt ie de bemester de deur niet uit voordat het gefikst is.” Zo zijn sleepvoetjes wel eens versleten of de schijven te dun. “Met slecht onderhouden materieel krijg je matig werkresultaat, dus daar bezuinigen we niet op. We hebben een uitgebreide werkplaats om zelf aan machines te sleutelen. De chauffeurs zijn vakkundig met het werk bezig en stellen de machine naar de omstandigheden af. Daarin onderscheiden we ons in de markt.”
Opleiding
Opvallend vindt Han het verschil in aanschaf tussen een zelfrijder of een bemestingsmachine. “Als je een zelfrijder van Vervaet koopt, dan krijgt de chauffeur een uitnodiging om een cursus te volgen. Koop je echter een bemester, dan krijg je nauwelijks uitleg.” In de praktijk ziet hij wel eens dat het onderhoud of de afstelling van machines te wensen over laat. De uitstroomtuiten zijn dan bijvoorbeeld niet op de juiste hoogte afgesteld. “Juist door je bewust te zijn van de instelmogelijkheden en deze aan te passen als dat wegens omstandigheden nodig is, krijg je een beter werkresultaat”, is zijn stellige overtuiging.
Tips voor beter bemesten
Initiatieven zoals Bemest op z’n Best kunnen boeren en loonwerkers helpen om betere bemestingsresultaten te bereiken, denkt Han. Dit kan door middel van financiële prikkels, bewustwordingscampagnes over de voordelen van goede bemesting, en door het verstrekken van instructies en afstelinformatie voor bemestingsmachines. Ook heeft Han enkele waardevolle tips voor zijn collega’s:
- Investeer in GPS en sectieafsluiters: Dit voorkomt overlap, vermindert het lekken van mest op de kopakker, zorgt voor schonere wielen en verdeelt de mest op de juiste plekken.
- Regelmatig onderhoud van machines: Zorg ervoor dat bemestingsmachines altijd in topconditie zijn. Versleten onderdelen kunnen de kwaliteit van de bemesting aanzienlijk verminderen.
- Bewustwording en training: Zorg dat zowel chauffeurs als klanten goed geïnformeerd zijn over de instellingen en het gebruik van bemestingsmachines.
- Samenwerking en evaluatie: Werk nauw samen met klanten en evalueer regelmatig het eindresultaat om continue verbetering te waarborgen.
- Technologische innovaties: Blijf op de hoogte van de nieuwste technologische ontwikkelingen en pas deze toe in de praktijk.
Met deze tips en door gebruik te maken van ondersteuningsmogelijkheden die programma’s als Bemest op z’n Best of een brancheorganisatie als Cumela bieden, kunnen loonwerkers en boeren hun bemestingsresultaten aanzienlijk verbeteren en bijdragen aan een duurzamere landbouw.
Lees ook het artikel over Loonbedrijf Kuunders uit vakblad de Loonwerker: Fendt vario 930: “Dertigduizend uren moet íe wel halen”.
Bron: Verantwoorde Veehouderij