Problemen en schade door leptospirose komen vaker voor dan gedacht. De besmettelijke bacteriële ziekte weet namelijk vaak lang onder de radar te blijven, waardoor de ziekte de kans krijgt om de nodige schade aan te richten. Het ene varkensbedrijf loopt meer risico op een uitbraak van leptospirose dan het andere. Wanneer ben je een zogenaamd risicobedrijf? En hoe kun je het risico verlagen?
Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op leptospirose verhogen. “Ongedierte zoals muizen en ratten vormen het grootste risico. Uit recent onderzoek blijkt dat zo’n vijftig procent van alle ratten en maar liefst negentig procent van alle muizen is besmet met leptospirose”, aldus dierenarts en varkensspecialist Toine Cruijsen van MSD Animal Health.
Ongediertebestrijding belangrijk
“Via de urine van ratten en muizen worden varkens – maar ook andere diersoorten – vrij gemakkelijk besmet. Hoe meer muizen en ratten, hoe hoger het risico op insleep van leptospirose. Je zou zeggen dat varkens die buiten lopen per definitie een groter risico lopen, maar dat hangt allemaal van de omstandigheden af. Een conventioneel bedrijf waar veel ongedierte rondloopt, loopt een groter risico dan een biologisch bedrijf waar weinig ongedierte rondloopt. Goede ongediertebestrijding is dus belangrijk. Tegenwoordig vormt dat een flinke uitdaging, want vanwege milieu- en regelgeving is de inzet van bestrijdingsmiddelen beperkter geworden. Extra belangrijk dus om ervoor te zorgen dat je tijdig maatregelen tegen ongedierte neemt om een plaag – en dus een aanzienlijk groter risico op leptospirose – te voorkomen.”
Vocht verhoogt risico
Het stalklimaat is een andere, tamelijk grote risicofactor. “De bacterie gedijt namelijk goed in een warme en vochtige omgeving. Het is dus ontzettend belangrijk om te zorgen voor droge stallen. En zoals voor alle besmettelijke kiemen geldt: met goede hygiëne kun je veel ellende voorkomen. Als je je biosecurity goed op orde hebt, kun je het nodige aan insleep, besmetting en herbesmetting voorkomen. Aangezien ook andere diersoorten leptospirose op varkens kunnen overbrengen, lopen gemengde bedrijven per definitie meer risico. Ook dat risico kun je deels ondervangen door een strikt biosecuritybeleid.”
Drager, maar niet ziek
De meeste varkensbedrijven passen groepshuisvesting toe. Ook hierin schuilt een aanzienlijk risico, aldus Cruijsen. “Als je een varken ziet waarvan je vermoedt dat het een besmettelijke ziekte heeft, zet je hem apart. Het probleem bij leptospirose is dat varkens dragers kunnen zijn zonder zelf aan de ziekte te lijden. Ze laten dus geen symptomen zien en zelfs in hun bloed vind je er soms geen sporen meer van terug, terwijl ze ondertussen de bacterie nog wel verspreiden. In het geval van leptospirose is groepshuisvesting dus een risico. De enige manier om dat risico te verlagen, is preventief vaccineren, dat sinds kort mogelijk is.”
Meer weten over leptospirose, de symptomen, diagnostiek of aanpak? Bezoek het dossier Leptospirose op de website van MSD Animal Health.
Contactpagina MSD
Stel hier uw vraag aan MSD Animal Health