Een varkenshouder moet eigenlijk niet meer dan 14 biggen per zeug spenen. Wat doe je als er meer biggen zijn. Hoe vang je ze op? Gebruik je pleegzeugen, kunstmelk of een nursery-ruimte?
Een zeug met 14 biggen moet dagelijks 15,75 kg zeugenmelk produceren om voldoende groei bij de biggen te realiseren. Zeugen kunnen daarom wel wat extra ondersteuning gebruiken. Dat kan door pleegzeugen in te zetten, door melkcups in de kraamstal te gebruiken of biggen te spenen in een nursery-afdeling. Vakblad Varkensbedrijf zet de mogelijkheden op een rij in het artikel ‘Zit de laatste big in of aan uw portemonnee?’.
Groei
In de kraamstal wordt 250 gram groei per dag vaak als norm gesteld. Omdat er voor 1 gram groei 4,5 gram zeugenmelk nodig is, moeten biggen die 250 gram groeien 1,125 kg zeugenmelk drinken. Voor een toom van 14 biggen betekent dat dat de zeug 15,75 kg melk moet produceren. Ideaal is maximaal 14 biggen bij de zeug te laten. Zijn er meer biggen, dan moet je oplossingen zoeken. Er zijn drie systemen mogelijk.
- Je kunt pleegzeugen inzetten. Pleegzeugen zijn zeugen die twee, drie of meer weken eerder biggen geworpen hebben en waarvan de biggen al gespeend zijn. Deze zeug krijgt nieuwe pleegbiggen van enkele uren of dagen oud.
- Je kunt melkcups in de kraamstal gebruiken. Met dit automatische melksysteem kun je de biggen ondersteunen met kunstmelk. Zo kun je meer biggen bij een zeug laten.
- Je kunt ook een nursery-afdeling inrichten, een vroegspeenruimte waar je biggen vanaf drie dagen opvangt. Meestal combineer je dit met pleegzeugen.
Rendement
Uit het artikel blijkt dat je het hoogste rendement haalt wanneer de zeug de biggen zelf kan grootbrengen. Heb je plaats over in de kraamstal, dan zijn pleegzeugen interessant. En heb je zoveel biggen dat alle tepels constant vol liggen, dan is een systeem met melkcups aan te raden. Een nursery-afdeling is het duurste systeem om biggen op te vangen.
Bron: Groen Kennisnet