De zeug van vandaag moet topprestaties leveren. Meer biggen werpen betekent dat er meer melk geproduceerd moet worden. Is dit te weinig, dan komen de biggen tekort. Is het te veel dan bestaat het risico van uierontsteking. Zeugenspecialisten Jan van Asselt en Hans van der Knaap van AgruniekRijnvallei (AR) vertellen wat het belang is van een goed voerschema.
“De voeding is van grote invloed op de melkproductie”, trapt Hans van der Knaap af. “Het opstellen van een goed voerschema komt dan ook zeer nauw. De behoefte van de zeug wisselt gedurende de cyclus. Met onze fasevoeders kunnen we hier heel precies op inspelen.” Jan van Asselt vult aan: “We zijn altijd op zoek naar de balans: wat kan wel en wat kan niet? Het management in de kraamstal en het voer zijn gericht op zo veel mogelijk afgeleverde kwaliteitsbiggen.”
Praktijkmannen
Jan en Hans hebben allebei de nodige ervaring in de zeugenhouderij. Hans heeft thuis een zeugenhouderij en Jan heeft bij zeugenhouders gewerkt. Jan: “In ons werk hebben we hier profijt van. We weten hoe het werkt in de stal, waar we op moeten letten bij de zeugen en wanneer er snel ingegrepen moet worden.” De heren houden hun kennis onder andere up-to-date door voertechnische cursussen te volgen. Hans: “We kunnen zelf het voer optimaliseren. Zo is er een kort lijntje tussen ons bedrijfsbezoek, het voer dat de zeugenhouder in de silo krijgt en de prestaties in de stal.”
Experts liggen in de stal
Alleen goed voer is niet genoeg vertelt Hans. “Een goede gebruiksaanwijzing bij het voer is minstens zo belangrijk. Meer is beter gaat hier lang niet altijd op. Voor de varkenshouder zijn we een extra set ogen in de stal. Hoe doen de zeugen het? Hoe liggen ze erbij? Hoe is de uierdruk? Hoe is de mestconsistentie? Ook kijken we naar het gedrag van de biggen: liggen ze op een hoopje en hebben ze het koud? Liggen ze rustig aan het uier te drinken of liggen ze te jengelen omdat ze te weinig melk binnenkrijgen? Op basis van deze waarnemingen kijken we welk voer het beste past en hoe dit het beste ingezet kan worden.”
Inzet fasevoeders
Voor een optimale kraamstalperiode en opstart van de zeug heeft AR fasevoeders ontwikkeld. Jan: “Dit zijn de dracht- en lactovoeders. Deze zijn weer op te delen in subfases, omdat ook gedurende de dracht en de lactatie de behoefte van de zeug verandert. Niet ieder bedrijf beschikt al over de mogelijkheden om zo specifiek te voeren, maar we zien dit wel als de toekomst voor de moderne zeugenhouder.”
Goede vertering
Kenmerkend voor het voer van AR is de inzet en keuze van zuivere grondstoffen. Hans: “We streven met ons voer naar vitale biggen en een goede darmgezondheid van de zeug. Werken de darmen van de zeug optimaal, dan vertaalt zich dit uiteindelijk naar een goede ontwikkeling van de biggen. Als de zeug het voer goed kan verteren, komen de voedingsstoffen optimaal bij de biggen terecht waardoor de biggen goed kunnen groeien.”
Voerproeven
Om de voerschema’s te ijken worden proeven uitgevoerd, zowel bij klanten als op een proefbedrijf. Hierbij worden het gewicht en de conditie van de zeugen nauwlettend in de gaten gehouden. Hans: “De proeven worden zowel in de opfok als op latere leeftijd uitgevoerd. De zeugen worden bij het in- en uitgaan van de kraamstal gewogen. Ook wordt de spekdikte gemeten. Zo zien we wat er werkelijk gebeurt wanneer de zeugen volgens onze voerschema’s gevoerd worden. Wat we zien is dat elk deel van de cyclus van de zeug een eigen voersoort vereist. Het loont om hier goed en tijdig op in te spelen.”
Meer weten?
Wilt u meer over hoe uw voerschema kunt verbeteren? Neem dan vrijblijvend contact op met zeugenspecialist Jan van Asselt, telefoon 06-55805697 of mail j.vanasselt@argroep.nl, of Hans van der Knaap, telefoon 06-50624978 of mail h.vanderknaap@argroep.nl. Voor het assortiment kunt u een kijkje nemen op de website van AR.
Jan van Asselt |
Hans van der Knaap |
j.vanasselt@argroep.nl |
h.vanderknaap@argroep.nl |