Wat mag een inspecteur van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op je erf doen? En wat zijn jouw rechten en plichten?
NVWA controleert naleving wetten
De NVWA is een overheidsorganisatie die belast is met toezicht en handhaving van wet- en regelgeving op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en natuur. De toezichthouder NVWA controleert of wetgeving wordt nageleefd.
Zo’n toezichthouder heeft verregaande bevoegdheden en is onder andere bevoegd om:
- elke plaats te betreden zonder toestemming van de bewoner (uitgezonderd de woning);
- inlichtingen en inzage van een identificatiebewijs te vorderen & kopieën te maken;
- zaken te onderzoeken;
- verpakkingen te openen;
- te vorderen dat vervoermiddelen stil gehouden worden om de vervoermiddelen te onderzoeken.
Naast deze algemene bevoegdheden heeft de toezichthouder bijzondere bevoegdheden op grond van bijzondere wetten zoals de Wet Dieren of de Meststoffenwet. Op grond van artikel 8.2 Wet Dieren mogen ze wel een woning betreden zonder toestemming van de bewoner en op grond van de uitvoeringsregeling van de Meststoffenwet mogen ze bij monsterneming aanwezig zijn en zelf een monster nemen.
Ken je rechten
Volgens de wet moet je aan het toezicht meewerken. De toezichthouder moet op zijn beurt aan de volgende zaken meewerken:
- Legitimatie: de toezichthouder is verplicht op jouw verzoek een legitimatiepas te tonen. Noteer de gegevens van die pas;
- Toelichting: de toezichthouder moet aangeven wat er wordt gecontroleerd;
- Monsterafname: jij mag checken of eventuele monsterafname correct gebeurt en je hebt, als je daar om vraagt, recht op een contramonster dat je kunt laten onderzoeken op een door jou gekozen, gecertificeerd laboratorium.
Neem de tijd voor zorgvuldige beantwoording
Binnen de door de toezichthouder gestelde termijn ben je verplicht vragen te beantwoorden en gevraagde administratie te overhandigen.
Beantwoord alleen de vragen die worden gesteld en geef geen extra informatie. Wanneer je niet zeker bent van een antwoord, kun je dat aangeven en zeggen dat je eerst moet overleggen. Want je hebt dan wel geen zwijgrecht, je bent ook niet verplicht de vragen onmiddellijk te beantwoorden.
Vraag de toezichthouder of hij je de vragen schriftelijk wil stellen, zodat je even na kunt denken over je antwoorden. De toezichthouder hoeft niet aan dit verzoek te voldoen, maar het is verstandig om dit wel te vragen.
Van toezicht naar opsporing – gebruik je zwijgrecht
Op het moment dat je de toezichthouder zegt dat je ‘niet tot antwoorden verplicht bent’, ben je verdachte van een strafbaar feit. Er is dan sprake van een verhoor. De toezichthouder gaat dan van de toezichthoudende taak over naar opsporingsambtenaar. Dit is bijvoorbeeld het geval bij controle op fosfaatrechten.
Wat je in zo’n situatie zegt kan gebruikt worden in een zaak tegen jou. Het is dan ook verstandig niets meer te zeggen en gebruik te maken van je zwijgrecht.
Bron: Agrifirm