Veevoer uit reststromen van voedingsmiddelen heeft een CO2-voetafdruk die ruim de helft lager is dan traditioneel veevoer. Dit is de uitkomst van een berekening die diervoederbedrijf Nijsen/Granico heeft laten maken door Blonk Milieuconsultants.
Voor het eerst berekend en gecertificeerd
Het aandeel veevoer in de totale milieubelasting van vlees is aanzienlijk. Wetenschappelijk onderbouwde berekeningen naar de feitelijke effecten van kringloop-veevoer; zijn van belang voor het debat rond vleesconsumptie, voedselverspilling en het terugdringen van onze CO2-voetafdruk. De studie is uitgevoerd volgens een door de EU vastgestelde en wereldwijd erkende methode: de PEFCR Feed for Food Producing Animals. De uitkomst is gecertificeerd door SGS.
Waardevolle voedingsstoffen behouden
Reststromen uit de levensmiddelenindustrie ontstaan als gevolg van snijresten, productiefouten, proefproducties en productieverliezen van bakkerijen en fabrieken. Door hiervan veevoer te maken, behoudt Nijsen/Granico waardevolle voedingsstoffen, zoals eiwitten en mineralen in de voedselkringloop. Zo gaan organische stoffen niet verloren in de vergister of vuilverbrander. Ze belanden in plaats daarvan uiteindelijk op het bord van de consument als een karbonade of eitje. Zodoende scoort Nijsen/Granico hoog op de ladder van Moerman.
Karel van der Velden, Nijsen/Granico: “De CO2-voetafdruk van vlees wordt voor zo’n 70% bepaald door veevoer. Daardoor is de voetafdruk van een ‘kringloop’ schnitzel is ruim een derde lager dan die van een ‘traditionele’ schnitzel. Een stukje kringloopvlees heeft een CO2-voetafdruk die in de buurt komt van een plantaardig geproduceerde schnitzel. Varkens en kippen die met 100% reststromen worden gevoerd, leveren wetenschappelijk aantoonbaar een enorme bijdrage aan de reductie van de CO2-emissie en het sluiten van kringlopen.”
Winst voor biodiversiteit, bodem en natuur
De diervoederindustrie verwerkt al decennia reststromen van voedingsmiddelen zoals bierbostel, aardappelstoomschillen, bietenpulp, wei etc.. Nog altijd bestaat traditioneel veevoer daarnaast uit speciaal voor dit doeleind geteelde gewassen, zoals tarwe, mais en soja. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties is op dit moment ruim 70% van alle landbouwgrond op de wereld bestemd voor landbouwdieren. De winst die behaald kan worden door gebruik van 100% circulair veevoer van reststromen strekt dus verder dan alleen de verlaging van de CO2-voetafdruk. Ook het landgebruik en de noodzaak om pesticiden of kunstmest in te zetten neemt af.
Vlees met lage carbon footprint
Nu de bijdrage van het veevoer aan de carbon footprint bekend is, openen zich nieuwe wegen om dierlijke producten met een lage carbon footprint in de markt te zetten. De consument heeft nu de mogelijkheid om ervoor te kiezen om door vleesconsumptie bij te dragen aan een lage carbon footprint en het verminderen van voedselverspilling door het sluiten van kringlopen.
Over Nijsen/Granico
Nijsen/Granico is de pionier en uniek op het gebied van circulair veevoer. Ruim 30 jaar verwerkt Nijsen/Granico reststromen uit de levensmiddelenindustrie tot varkens- en kippenvoer. Nijsen/Granico maakt het 100% circulaire kippenvoer van Kipster.
Bron: Nijsen Granico