Het Beter Leven-Keurmerk is niet meer weg te denken uit de varkenshouderij. Ontstaan in Nederland, waar het inmiddels een kwart van de productie certificeert, krijgt het langzaam ook voet aan de grond in Vlaanderen. Het oorspronkelijke doel – vlees in supermarkt schappen verduurzamen – is bereikt. Nu richt het keurmerk zich op andere verkoopkanalen van vlees en worden de eisen breder dan alleen dierwelzijn.
In 2007 kwam de Dierenbescherming in Nederland met haar eigen duurzaamheidslabel. De organisatie voelde zich verplicht om zich in te spannen voor de 99 procent van de dieren die niet in de – in hun ogen – ideale bio[1]logische houderij grootgebracht werden. Met het Beter Leven-keurmerk is het dierwelzijn van dieren gekwantificeerd; zodat ook retailers naar buiten toe een onderbouwd verhaal zouden hebben. Met andere woorden; de Dierenbescherming trok de verantwoordelijkheid over dierwelzijn naar zich toe.
Jaarlijkse omzetgroei
Inmiddels wordt een kwart van de Nederlandse vleesvarkens onder Beter Leven-geproduceerd. Dat blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en uit de cijfers van de Stichting Beter Leven. In 2020 zijn bijna 16 miljoen varkens geslacht in Nederland, waarvan er dik 4 miljoen onder het Keurmerk Beter Leven vallen.
Over de omzet die Beter Leven realiseert op het boerenerf zijn volgens de dierenbescherming geen cijfers bekend, maar de inschatting is dat het Beter Leven-keurmerk netto 10 cent extra toevoegt per kilogram. “Wij laten de meerkosten van de criteria doorrekenen door Wageningen Economic Research of bijv. Connecting Agri & Food en spreken met de super[1]markten af dat zij die meerkosten betalen. Van de ketens horen wij terug dat de supermarkten dit inderdaad doen. Verder zijn wij geen marktpartij en niet betrokken bij prijsonderhandelingen met afnemers”, laat Bert van den Berg (Dierenbescherming) weten.
Controverse
De positie die Beter Leven in de Nederlandse markt heeft weten te ver[1]overen is mede door het enthousiasme van de sector zelf ontstaan. Echter, deze is niet zonder controverse gegaan. Zo is er tot de dag van vandaag nog discussie over castratie van biggen. Dat is niet toegestaan op 1-sterniveau; maar wel onder voorwaarden op het niveau van 2- en 3-sterren, terwijl dat gepropagandeerd wordt als de hoogste dierwelzijn. 3-sterrenniveau zou gelijk moeten staan aan biologische houderij, volgt uit de uitleg van Stichting Beter leven. “De aantallen biologische varkensbedrijven waarvan producten onder Beter Leven 3 sterren wordt verkocht weten wij niet; omdat we gebruik van Beter Leven 3 sterren toestaan op vertoon van het SKAL-certificaat en de controle en de controlegegevens dus bij SKAL liggen.”
Tekst: Rob van Ginneken
Beeld: Twan Wiermans
Je hebt zojuist een gedeelte van een artikel uit varkensbedrijf gelezen.