De kostprijzen van biggen en vleesvarkens zijn voor het tweede opeenvolgende jaar gedaald. Dit jaar met 8% en vorig jaar met 3-5%. In 2022 was nog een prijsstijging van bijna 25% te zien door de hoge voerprijzen. Dit blijkt uit het nieuwe Biggenprijzenschema dat is uitgegeven door Wageningen Livestock Research. Dit schema geeft een richtprijs voor biggen exclusief btw, gekoppeld aan de vleesprijs.
Voerprijzen dalen, arbeidskosten stijgen
De daling van 8% ten opzichte van vorig jaar, komt vooral doordat de voerprijzen zo’n 10% lager zijn. Daarentegen zijn de kosten voor arbeid en mestafzet gestegen als gevolg van inflatie en druk op de mestmarkt. Na de piek in kostprijs in 2022, is een dalende lijn ingezet omdat voerprijzen daalden. De kostprijs zal echter structureel op een hoger niveau blijven dan vóór 2021. Dit heeft vooral te maken met arbeid, bouwkosten en mestafzet.
Figuur 1: Relatieve kostenstijging varkens (2017 = 100%) Bron: Wageningen University & Research
Aandeel in kosten
De totale kosten per zeug bedragen nu € 1.990 per jaar en voor vleesvarkens € 648 per jaarvarken. Verreweg het grootste aandeel betreft de voerkosten, namelijk 42% (in 2023 43%). Bij zeugen vormen de huisvestingskosten daarna met 18% een grote kostenpost. Bij vleesvarkens zijn dit de bigkosten (32%) en daarna de huisvestingskosten (bijna 10%). Het aandeel arbeid in de kostprijs is ruim 10% voor biggen en minder dan 3% voor vleesvarkens.
Kostprijzen Biggen gelinkt aan VION-notering
In het Landelijk Biggenprijzenschema worden de kostprijzen van biggen en vleesvarkens berekend. Ieder jaar verschijnt op de eerste maandag in juli een actueel kostprijzenschema exclusief btw. De VION-notering, die nu ook exclusief btw is, is uitgangspunt voor de richtprijs voor biggen. Ook kan gekozen worden om de nettoprijs op de factuur van de slachterij te gebruiken om een richtprijs voor biggen af te lezen.