De Nederlandse varkensvleesindustrie exporteerde in 2017 voor bijna 2 miljard euro aan varkensvlees. Hiervan ging 14 procent (275 miljoen euro) naar Duitsland en nog eens 60 procent (1,2 miljard euro) naar de rest van de EU. Een kwart van de exportwaarde ging naar niet-Europese bestemmingen (zie onderstaande figuur). Tegenover deze export stond een totale import van 666 miljoen euro, waarvan twee derde (433 miljoen euro) vanuit Duitsland.
Duitsland was daarmee opnieuw het belangrijkste handelsland van Nederland voor varkensvlees, maar Nederland heeft dus wel een handelstekort met Duitsland van 159 miljoen euro. Overigens moet dit worden bezien in samenhang met de grote export van levende varkens (biggen en slachtvarkens) naar Duitsland die in 2016 556 miljoen euro bedroeg (Wisman en Jukema, 2017). In 2017 ligt de exportwaarde van levende varkens naar Duitsland naar schatting 30 à 40 miljoen euro hoger door gestegen marktprijzen.
Het varkensvlees dat door Nederland wordt ingevoerd komt voor een deel van Nederlandse varkens die in Duitse slachterijen zijn geslacht en verwerkt. Dat zijn (ook) varkens die volgens het Nederlandse kwaliteitsprogramma ‘Varkens van Morgen’ geproduceerd zijn en naar de Nederlandse supermarkten gaan. Dat deze varkens in Duitsland geslacht en verwerkt worden, hangt samen met de nabijheid van meerdere slachthuizen op vergelijkbare reisafstand als binnen Nederland, de hoge efficiëntie in sommige Duitse slachthuizen en internationale oriëntatie van de vleesindustrie.
Exportwaarde varkensvlees stijgende
De totale exportwaarde van varkensvlees vanuit Nederland is stijgende. Bedroeg deze in 2010 nog 1,46 miljard euro, in 2017 komt deze een derde hoger uit. De afzet naar niet-Europese bestemmingen in 2016 lag met 586 miljoen euro fors hoger dan in 2015 (440 miljoen euro), vooral door een sterke afzet naar China (zie ook onderstaande figuur). In 2017 is de totale afzet naar niet-Europese bestemming 500 miljoen euro. De daling van ruim 86 miljoen euro tussen 2016 en 2017 komt vooral door de teruglopende afzet naar China en Japan, maar wordt deels gecompenseerd door afzet naar andere bestemmingen.
De teruglopende afzet van varkensvlees naar niet-Europese bestemmingen wordt ruimschoots gecompenseerd door afzetstijging naar Duitsland (+51 miljoen euro) en overige Europese bestemmingen (+168 miljoen euro).
De varkensvleesproductie in Nederland ligt in 2017 naar schatting 4 procent hoger dan in 2016. Dit hangt samen met de toename van het aantal binnenlandse slachtingen en minder levende export. De binnenlandse slachtcapaciteit is onder andere gestegen door een nieuwe slachterij, terwijl een afgebrande slachterij in Duitsland niet meer herbouwd wordt. Bovendien liggen de uitbetaalde prijzen voor slachtvarkens in Nederland en Duitsland naar schatting dichter bij elkaar dan in het verleden, wat de noodzaak vermindert om varkens in het buitenland af te zetten.
Waarde varkensvlees met bestemming Duitsland in 2017 ruim 20 procent hoger
Italië is in waarde de grootste afnemer van varkensvlees uit Nederland, gevolgd door Duitsland en Griekenland. De totale afzet van varkensvlees naar Duitsland in 2017 bedroeg 275 miljoen euro, ruim 20 procent meer dan in 2016. De totale exportwaarde naar de in 2017 grootste afzetlanden bedroeg circa 1,1 miljard euro, 57 procent van de totale exportwaarde vanuit Nederland.
De export van varkensvlees bestaat voor ruim 90 procent uit waar van Nederlandse makelij en voor een kleine 10 procent uit wederuitvoer.
Nederlandse importaandeel op Duitse markt in 2017 gestegen
Duitsland importeerde in 2017 voor 1,6 miljard euro varkensvlees. Belangrijkste leveranciers waren Denemarken en België, met Nederland op de derde plaats met een totale waarde van circa 271 miljoen euro. Nederland heeft daarmee een aandeel in de totale Duitse varkensvleesimport van bijna 17 procent; in 2016 lag dat nog op ruim 14 procent.
Bron: Agrimatie