Op de meeste varkensbedrijven krijgen alle drachtige zeugen hetzelfde voeder. Toch kan de behoefte aan voedingsstoffen, en meer bepaald aminozuren, sterk verschillen bij individuele dieren. Zo spelen onder meer de lichaamstoestand op het moment van de inseminatie en het aantal vorige worpen van de zeug een rol. Bovendien neemt de nood aan aminozuren toe op het einde van de dracht. In plaats van een standaardvoeder aan te bieden, is het dus logischer om te kiezen voor precisievoeding. Een team Franse en Canadese wetenschappers onderzocht welke voordelen dit kan opleveren.
Impact traditionele voederaanpak en precisievoeding
De wetenschappers startten met de gegevens over de lichaamstoestand van 5.000 drachtige zeugen op twee varkensbedrijven op het moment van de inseminatie. De data werden in een model ingegeven en vervolgens maakte het team simulaties over de impact van een traditionele voederaanpak en precisievoeding.
Wat is het verschil?
Maar wat is nu het verschil tussen de twee voederstrategieën? Bij precisievoeding krijgen de zeugen afwisselend een voeder met hoge of lage lysine- en fosforgehaltes. Welke voeder aangeboden wordt, hangt af van de behoefte van de zeug op dat moment. Bij een traditionele voeding krijgen alle zeugen hetzelfde voeder met een gemiddelde hoeveelheid lysine en fosfor gedurende de hele dracht.
Veel voordelen van precisievoeding
Precisievoeding kwam als beste uit de bus tijdens de simulaties. Zo kan er in totaal minder lysine en fosfor aangeboden worden, terwijl er toch in de behoefte van de dieren voorzien wordt. Dit levert een daling van de voederkost van 3,6 procent op. Bovendien zouden er minder zeugen zijn die met een teveel of een tekort aan aminozuren kampen. Ten slotte zou ook de uitscheiding van stikstof en fosfor verminderen, wat dan weer een voordeel voor het milieu betekent.
Dit betreft een deel van een artikel uit het vakblad Varkensbedrijf. Verder lezen?