Afgelopen donderdag debatteerde het Europees Parlement over strengere diervervoer normen in Europa. Deze willekeurige voorstellen voor reistijdslimieten, temperatuur- en leeftijdsnormen zijn eerder door een parlementaire enquêtecommissie (ANIT) gedaan. Donderdag heeft het Parlement ingestemd met aangepaste voorstellen voor dierenwelzijnsnormen. LTO Nederland blijft zorgen hebben over het ontbreken van een wetenschappelijke en financiële basis in deze voorstellen. Dit is niet in het belang van dierenwelzijn, -gezondheid en ondernemer.
“We zien in een toenemende mate belangstelling voor dierenwelzijn, niet alleen in Nederland maar ook in Europa. Om dierenwelzijn te waarborgen is goed vervoer van gezonde dieren van groot belang in onze voedselketens. Het is goed om te zien dat het Europees Parlement dit ook erkent”, zo concludeert portefeuillehouder Gezonde Dieren Jeannette van de Ven van LTO Nederland. “Tegelijkertijd is het voor échte verbetering voor dieren noodzakelijk dat er draagvlak is en normen een wetenschappelijke basis hebben. Gelijke handhaving en interpretatie van normen door de gehele EU is daarbij noodzakelijk om daadwerkelijk dierenwelzijn te verbeteren. Nieuwe normen helpen niet als handhaving in andere landen achterwege blijft. Gelijke handhaving en interpretatie van normen door de gehele Europese Unie is noodzakelijk voor daadwerkelijke verbetering van dierenwelzijn.’’
Vervoer van jonge en drachtige dieren lastiger
Het Parlement richtte haar pijlen voornamelijk op vervoersbeperkingen voor jonge en drachtige dieren. Zo moet vervoer van niet-gespeende dieren zijn vermeden. Kalveren jonger dan 28 dagen mogen niet langer worden vervoerd behalve door landbouwers zelf binnen 50 km. LTO Nederland heeft zich hard gemaakt om het oorspronkelijk voorstel van 35 dagen van tafel te krijgen en te richten op wetenschappelijk onderzoek. Het Parlement heeft ingestemd met een afzwakking van 35 naar 28 dagen voor kalveren, voor andere sectoren volgt nog onderbouwing.
Ook het diervervoer van drachtige dieren zou volgens het Parlement aan banden moeten zijn gelegd. Dieren na twee derde van de draagtijd mogen dan ook maximaal 4 uur zijn vervoerd door landbouwers. Door inzet van Europese koepelorganisatie Copa en Cogeca valt de tijd voor het laden en lossen van dieren hier niet onder. Jeannette van de Ven: “Het moet altijd mogelijk blijven om dieren tijdens de draagtijd naar een veiligere, meer beschermde of geschiktere plek te vervoeren. Het vroegtijdig dieren opstallen is dan ook niet bevorderlijk voor dierenwelzijn.”
Slacht in de buurt
Diervervoer mag alleen plaatsvinden binnen het temperatuurbereik van 5-30°C, tenzij het vervoermiddel over klimaatregelingssysteem beschikt. Zodra een dier tijdens vervoer ziek of gewond raakt, moet de bestuurder onmiddellijk een dierenarts inschakelen voor eerste hulp. Het Parlement roept dan ook de Commissie op om mobiel slachten verder te ontwikkelen. Door dieren op het boerenerf te slachten kan transport van levende dieren zijn vermeden. Met name bij noodgevallen waarbij dieren niet meer vervoerd kunnen worden moet deze optie mogelijk zijn. Voor kwetsbare dieren aan het einde van hun leven moet reistijden langer dan 4 uur in de toekomst worden vermeden. Een goed netwerk van mobiele en regionale slachthuizen is daarbij cruciaal.
Commissie komt met wetsherziening
Deze aangenomen aanbevelingen leiden niet direct tot nieuwe Europese wetgeving. De Europese Commissie is nu aan zet om nieuwe wetgeving voor te stellen, waarbij deze aanbevelingen als input zijn gebruikt. LTO Nederland zet zich in Brussel iedere dag maximaal in voor de Nederlandse veehouder om willekeurige wetgeving van ons af te houden. Wetenschappelijke en financiële onderbouwing zijn nodig om impactvolle verbetering voor diervervoer en draagvlak te realiseren.
Bron: LTO Nederland