De inkomsten van de landbouwsector zijn in 2021 met 1 procent gestegen ten opzichte van 2020. De dierlijke productie lag dit jaar onder het niveau van 2020, maar de plantaardige productie steeg. De afzetprijzen van landbouwproducten namen gemiddeld sterk toe, maar ook de kosten stegen fors. Hierdoor herstelden de inkomsten nauwelijks vergeleken met het coronajaar 2020, toen de inkomsten met bijna 5 procent daalden. Dit blijkt uit een eerste raming van de landbouwinkomsten van het CBS en Wageningen Economic Research.
Als de inkomstenontwikkeling wordt gecorrigeerd voor inflatie (2,6 procent in 2021) en rekening wordt gehouden met de groei van het arbeidsvolume (1,3 procent), daalden de (reële) landbouwinkomsten per arbeidsjaar in 2021 met 2,6 procent.
Productiewaarde stijgt dankzij hogere afzetprijzen
In 2021 lag de landbouwproductie (volume) op ongeveer hetzelfde niveau als een jaar eerder. De productie van zowel de akkerbouw als de tuinbouw liet een stijging zien, maar die van de veehouderij daalde. Door gemiddeld hogere afzetprijzen steeg de productiewaarde van de landbouw met 6,5 procent.
De inkomsten van de landbouw stegen met ruim 1 procent ten opzichte van 2020, het jaar waarin de landbouwinkomsten met bijna 5 procent daalden. Daarbij steeg de waarde van het verbruik (9 procent) harder dan de productiewaarde en namen de subsidies en coronacompensaties met 9 procent af. De kosten van kunstmest een mengvoeder waren dit jaar hoger dan in 2020. De prijzen voor gas en elektriciteit stegen met bijna 40 procent.
Minder compensatie door overheid
In 2020 werden de sierteeltbedrijven en de frietaardappeltelers door de overheid gecompenseerd voor de omzetverliezen door de coronapandemie, maar in de loop van 2020 stopten deze regelingen. Veel boeren konden nog wel gebruikmaken van steunregelingen. In totaal kon de landbouw op ongeveer 140 miljoen euro minder coronasteun aanspraak maken dan in 2020.
Varkensprijs twee jaar op rij lager
De dierlijke productie (volume) nam in 2021 met 3 procent af, de gemiddelde afzetprijs steeg tegelijkertijd met 3,5 procent. De waarde van de productie, 10,6 miljard euro, bleef daardoor op hetzelfde niveau als in 2020. Vooral runderen en melk zijn duurder geworden.
De varkenssector kampte opnieuw met fors dalende prijzen (9 procent). Dit was het gevolg van een afgenomen vraag naar varkensvlees uit China door een snel herstellende varkensproductie in China. Daarnaast mocht Duitsland nog steeds niet naar China exporteren vanwege de uitbraak van Afrikaanse varkenspest. Als gevolg hiervan kwam een deel van de Duitse varkensproductie op de EU-markt, wat resulteerde in lagere prijzen.
Veestapel krimpt
Veetelers voerden minder dieren aan bij de slachthuizen dan in 2020. Dit kwam mede door een krimp van de veestapel. De melkproductie in 2021 nam met 2,5 procent af vergeleken met een jaar eerder. De melkprijs lag wel 10 procent hoger dan het jaar daarvoor. De productiewaarde van melk is goed voor de helft van de productiewaarde van de veehouderij.
Meeste plantaardige producten duurder
De productie (volume) van de plantaardige sector steeg in 2021 met bijna 2,5 procent. Daarnaast namen de gemiddelde afzetprijzen van plantaardige producten toe met 8,5 procent. Hierdoor steeg de productiewaarde tot 15,5 miljard euro. Akkerbouwers hebben in 2021 meer graan, uien en snijmaïs geoogst. De oogst van suikerbieten daalde, mede door de afname van het areaal. Het productievolume van aardappelen lag ook lager.
Herstel productiewaarde sierteelt
De sierteelt, die goed is voor bijna de helft van de productiewaarde van de plantaardige sector, herstelde van de in 2020 door corona fors teruggelopen export. De productiewaarde van bloemen en planten was 8 miljard euro hoger dan in 2020. De productie steeg met bijna 4,5 procent, terwijl de prijzen met 11 procent stegen.
Bron: CBS