Hoeveel sterfte in de kraamstal is acceptabel? Dat is een belangrijke vraag. Het thema biggensterfte staat al jaren op de agenda van de varkenshouderij. Helaas hebben de inspanningen tot nu toe nog niet geleid tot een afname van het aantal doodgeboren, te zwak geboren en door de zeug doodgelegen biggen.
Vanavond besteedt de redactie van het TV-programma Nieuwsuur aandacht aan het thema. Daarin komt onder meer POV-voorzitter Linda Janssen aan het woord.
Zeugenmoeders krijgen doorgaans per worp zo’n 12 tot 16 biggen. Bij iedere toom zitten gemiddeld 1 tot 2 biggen die de slachtleeftijd niet zullen halen: de een wordt dood of te verzwakt geboren, de ander verongelukt op zeer jonge leeftijd doordat hij onder zijn moeder terecht komt (doodliggen).
In 2009 kreeg biggensterfte veel maatschappelijke aandacht. De sterfte moest omlaag. De varkenssector heeft toen alle ketenpartijen verenigd in een Stuurgroep. Deze Stuurgroep stelde een plan van aanpak op, dat ervoor moest zorgen dat meer biggen in leven bleven. De gemiddelde biggensterfte van toen, 12,8 % (2008), moest in 10 jaar tijd met 15 tot 20% worden verlaagd. In 2017 lag het sterftecijfer echter op 13,3%. De daling die de sector hoopte te realiseren, werd niet gehaald. De geboorte van dode en zwakke individuen hoort bij de natuur, maar welke mate van sterfte rond de geboorte vinden we acceptabel voor varkens? En in welke mate is doodliggen door de moederzeug acceptabel? Dat zijn de vragen waarom het draait.
Overlevingskansen vergroten
Met de wetenschap van nu, concludeert de POV dat de doelstelling in 2009 te ambitieus was. De inspanningen van de fokkerij (fokken van sterkere, vitalere biggen) en de varkenshouders (optimaliseren biggengezondheid en kraamzorg) bleken in 2015 niet dát resultaat te hebben opgeleverd, waarop was gehoopt. Daarop heeft de Stuurgroep besloten zijn plan van aanpak te herzien.
Zoeken succesfactoren 2017 en 2018
In 2017 en 2018 heeft de varkenshouderij succesfactoren tegen biggensterfte opgehaald uit de praktijk. Daarvoor zijn bedrijven met een lager dan gemiddelde biggensterfte vergeleken met bedrijven met een hoger dan gemiddelde sterfte. Wat doet de ene groep bedrijven beter? Resultaat van het onderzoek was een checklist Bigvitaliteit, met allemaal aandachtspunten die bijdragen aan de overlevingskansen van biggen. Met draagvlak vanuit de hele keten is deze checklist in gebruik genomen. Adviseurs en varkenshouders zijn ermee aan de slag gegaan en hebben op bedrijfsniveau in beeld gebracht waar de verbeterpunten zitten. Met kennis vanuit onderzoek en praktijk is hiervoor ook handelingsperspectief geboden.
Werkplan 2019 en 2020
Daarnaast is een groep van erfbetreders samengebracht om met elkaar dilemma’s te delen en oplossingen te zoeken. Waarom lukt het op een aantal bedrijven niet om de biggensterfte naar beneden te krijgen? Wat is daarvoor nodig? Op basis van adviezen uit deze groep is het werkplan 2019 en 2020 tot stand gekomen. De komende twee jaren ligt de focus op voeding, duurzame fokkerij en arbeid en vakmanschap op bedrijven.
Bron: POV, 07-01-2019