Het saldo van de zeugenhouderij is in augustus bijna 50.000 euro lager uitgekomen dan in augustus vorig jaar door 40% lagere opbrengsten en 7% hogere voerkosten.
Het saldo is daardoor gedaald naar 3.800 euro per bedrijf. Dat is net voldoende om de toegerekende kosten goed te maken, maar het inkomen is sterk negatief. De resultaten zijn berekend voor een standaardbedrijf met 800 gemiddeld aanwezige zeugen.
Sterk gedaalde opbrengsten en hogere voerkosten
De opbrengsten zijn in augustus 47.000 euro lager uitgekomen dan vorig jaar door de fors gedaalde biggenprijzen. Na de piek van de biggenprijzen in het tweede kwartaal van 2017, begon een prijsdaling die voortduurde tot in januari. Na het herstel in het eerste kwartaal volgde weer een prijsdaling en lag de biggenprijs in augustus 41% onder het niveau van vorig jaar. Verder zijn de voerkosten 7% hoger door de prijsstijging van veevoergrondstoffen sinds eind vorig jaar. Vooral graan is duurder geworden door de droogte in de afgelopen maanden.
Na de traditionele voorjaarsopleg door een sterke vraag uit het buitenland, is de biggenmarkt in zwaar weer terechtgekomen. Vooral in juli en augustus daalde de biggenprijs flink. Door de hoge temperaturen groeiden de vleesvarkens trager waardoor de stallen langzamer vrijkwamen en de vraag naar biggen achterbleef. Bovendien was door het hitteprotocol de export naar Duitsland lastiger. Naar een aantal bestemmingen was zelfs geen export meer mogelijk.
Saldo 50.000 euro lager en fors onder langjarig gemiddelde
Het saldo is in augustus bijna 50.000 euro lager dan dezelfde maand vorig jaar, toen het saldo op een hoog niveau lag. Het lagere saldo in augustus is vooral veroorzaakt door gedaalde biggenprijzen en in mindere mate door hogere voerkosten. In augustus lag het saldo ver onder het langjarig gemiddelde 2008-2017, het laagste punt sinds eind 2015.
Cumulatief saldo tot en met augustus 2018 ruim gehalveerd
In de eerste acht maanden van 2018 heeft het standaardbedrijf met 800 zeugen een 279.000 euro lager saldo behaald dan voorgaand jaar. Dat is veroorzaakt door 27% lagere opbrengsten en 2% hogere toegerekende kosten. Het saldo ligt tot en met augustus ook iets onder het langjarig gemiddelde 2008-2017.
Voortschrijdend jaarsaldo daalt verder
Het saldo per zeug per jaar, op basis van voortschrijdende twaalfmaandsgemiddelden, bereikte een top in september 2017. Daarna is het voortschrijdend jaarsaldo gedaald. Over de periode september 2017 tot en met augustus 2018 ligt het saldo nog wel 54 euro per zeug per jaar boven het meerjaarsgemiddelde.
Bron: Agrimatie