Trends en ontwikkelingen
De schaalvergroting zet door in deze branche, onder andere door investeringen in huisvesting die voortvloeien uit de regelgeving voor milieu en dierenwelzijn. Schaalvergroting leidt tot een stijging van productiviteit en efficiency. Ondanks de regelgeving is de Nederlandse kostprijs nog steeds concurrerend vergeleken met de meeste andere productielanden in Europa. Dit steunt vooral op de productiviteit van zeugenbedrijven. De branche moest wel de koppositie prijsgeven.
Nederland produceert meer varkens en varkensvlees dan het zelf nodig heeft. De zelfvoorzieningsgraad in Nederland is zeer hoog. Het grootste deel van de export van vleesvarkens en biggen gaat naar Duitsland. Daar hebben de slachterijen tot nu toe hun capaciteit voortdurend vergroot vanwege het arbeidskostenvoordeel dat zij de afgelopen tien jaar hadden. In 2013 werden er 7,1 miljoen biggen en 4,1 miljoen vleesvarkens geëxporteerd.
De prijs van varkens wordt sterk bepaald door vraag en aanbod in Europa en schommelt sterk. De prijzen van voer, dat twee derde van de kosten uitmaakt, volgen de mondiale markt voor agrarische grondstoffen en hebben een beweeglijk karakter. Dit zorgt voor schommelingen in het jaarinkomen van de varkenshouder. In 2013 daalde het inkomen uit bedrijf met 7,5% ten opzichte van 2012. Dit werd vooral veroorzaakt door een stijging van de prijs van varkensvoer. Het inkomen uit bedrijf lag wel nog ruim boven het meerjarig gemiddelde tussen 2001 en 2012.
De visie van de ABN Amro
Het varkensaanbod in de EU daalde in 2013, maar in de loop van 2014 neemt het weer toe. De prijs van varkensvlees, en dus van varkens, profiteert van een daling van het aanbod uit de VS als gevolg van het hardnekkige PED-virus. De branche houdt het hart vast dat het virus niet overslaat naar Europa.
Duitse slachterijen voeren het minimumloon weer in. ABN AMRO verwacht dat hierdoor het leveranciersprijsverschil tussen Duitse en Nederlandse slachterijen kleiner wordt. Dit zwakt de aanzuigingskracht van Duitse slachterijen na jaren eindelijk af. Het kan enige prijsdruk opleveren voor Nederlandse varkens, maar verbetert de concurrentiepositie van Nederlandse slachterijen en mogelijk die van de gehele Nederlandse varkensvleesketen.
Varkenshouders maken zich zorgen over de kosten van de klepkeuring, de toename van de NVWA-tarieven, de vierdageneis voor zeugen en de handhaving van de dierrechten. Gunstig is dat de voerprijzen op de korte termijn gaan dalen, onder andere door de lagere grondstofprijzen. Per saldo blijft het rendement waarschijnlijk stabiel in 2014.
Tot slot ziet ABN AMRO kansen voor vleesconcepten met een hogere toegevoegde waarde door differentiatie in smaak, gezondheid en mogelijk ook herkomst en houderijvorm. Voor bedrijven die geen kostprijsstrategie kunnen volgen bijvoorbeeld vanwege hun omvang, bieden vleesconcepten uitkomst.
Varkensstapel sinds 2000 afgenomen
Bron: CBS Lei
- Het aantal zeugen nam in 2013 toe met 0,8% tot 945.000. De zeugenstapel lag 16% onder het niveau van 2000. Het aantal bedrijven met zeugen daalde sinds 2000 met bijna 65% tot 2.200, waaronder 1.000 gespecialiseerde fokvarkensbedrijven.
- Het aantal vleesvarkens daalde in 2013 met 2% tot 5,7 miljoen. In 2013 waren er 12% minder vleesvarkens dan in 2000. Het aantal bedrijven met vleesvarkens daalde tussen 2000 en 2013 van 12.900 tot 4.500. Hiervan zijn 2.000 bedrijven gespecialiseerd in vleesvarkens.
Stijging voerprijs bepalend voor resultaten
Bron: Lei
- De prijzen van biggen, vleesvarkens en varkensvoer kunnen van jaar op jaar flink fluctueren. Mondiale aanbod- en vraagverhoudingen hebben steeds meer invloed op de prijs en ook de macht van de retailers neemt toe. De varkenshouder heeft hierdoor zelf geen invloed op zijn verkoopprijs.
- In 2013 vielen de prijsmutaties in historisch opzicht nog wel mee. De voerprijzen (3%) stegen wel sterker dan de varkensvleesprijs (1%) en de biggenprijs (1%). Hierdoor kwam het inkomen van de varkenshouder onder druk te staan.
Resultaten verbeterden
Bron: Lei
- Het inkomen uit bedrijf van de varkenshouderij daalde in 2013 met 7,5% tot EUR 54.000. Niettemin kon net als in 2012 het eigen vermogen worden aangevuld.
- De inkomensdaling was het grootst bij het fokvarkensbedrijf: van EUR 95.400 naar EUR 83.300. Bij het gesloten varkensbedrijf daalde het inkomen van EUR 75.600 naar EUR 70.000. Het inkomen van het vleesvarkensbedrijf steeg licht, van EUR 32.200 naar EUR 33.000.
Voor meer informatie klik hier