De eisen rondom huisvesting in de varkenshouderij gaan alle kanten op. Hierbij krijgt eetbare en wroetbare hokverrijking steeds meer aandacht. Familie Van de Kamp maakt gebruik van een zogenoemde wroetstal voor hun vleesvarkens. Dit is een strooiselstal op stro en zaagsel. Het uitoefenen van natuurlijk gedrag geeft een boost aan de ontwikkeling van de dieren, zowel geestelijk als lichamelijk. Dit laatste uit zich onder anderen in een betere vleeskwaliteit en een lager risico op staartbijten.
Toen Christian en Sabine van de Kamp elf jaar geleden in de maatschap kwamen, twijfelden ze tussen uitbreiding en verbreding van hun gemengd bedrijf. Uiteindelijk viel de keuze op verbreding in de vorm van een Speel- en Beleefboerderij. De familie realiseerde naast de boerderij een speeltuin met ontvangstruimte, waar tussen april en oktober kinderen kunnen spelen. Naast het spelen kunnen de kinderen kennismaken met de boerderijdieren in de speeltuin en van buitenaf een kijkje nemen in de wroetstal.
Sabine verzorgt samen met haar schoonmoeder boerderij- en educatielessen om kinderen meer te leren over de dieren op de boerderij en de herkomst van voedsel. Christian en zijn vader houden zich met name bezig met de verzorging van de dieren en de werkzaamheden op het land.
Voor hun vleesvarkens zocht familie Van de Kamp naar een vernieuwd concept. Na meerdere stallen bezocht te hebben, besloten ze in 2020 een wroetstal te bouwen voor hun vleesvarkens.
Wroetstal
In de wroetstal leven de vleesvarkens in groepen van 32 dieren per hok. De bodem bestaat uit zaagsel en stro in de verhouding 2:1. De varkenshouder vult het strooisel twee keer per week aan met een boxinstrooierop de shovel. Aan het einde van de ronde ligt de dikte van dit ligbed al snel op twintig centimeter. Met een shovel haalt de varkenshouder het hok dan weer leeg.
De wroetstal zorgt ervoor dat de varkens hun natuurlijk gedrag kunnen uitoefenen. “Als de dieren gaan liggen, wroeten ze vaak eerst met hun neus door het strooisel, waarna ze neerploffen en zichzelf ingraven”, vertelt Van de Kamp enthousiast.
Sinds de ingebruikname van de wroetstal zijn de dieren rustiger en schrikken minder snel, volgens de varkenshouder. Door de open fronten is er namelijk veel interactie tussen mens en dier. Ook gaat laden gemakkelijker. Dankzij de ruime hokken, van tien bij 3,5 meter, zijn de vleesvarkens al gewend om te lopen. “Wanneer we de hokken openen, lopen ze zo naar buiten.”
De vleesvarkens worden gehouden in een wroetstal van tien bij 3,5 meter.
Functiegebieden
Bij de inrichting van een wroetstal wordt gebruik gemaakt van de natuurlijke behoeften van varkens. Voorin ligt een plateau, waar de voerbakken zijn gepositioneerd en voer op wordt gestrooid. In het midden van het hok kunnen de dieren wroeten in het stro, spelen met hokgenoten en luieren.
Achterin het hok mesten de varkens boven een rooster op een verhoging. Het bedrijf werkt met dagontmesting, waarbij een ketting onder de roostervloer zeven tot acht keer per dag de droge mest afvoert uit het hok. Vaste mest met een hoog organisch stofgehalte wordt vervolgens geleverd aan akkerbouwers. Ook is het stalklimaat verbeterd, dankzij het gebruik van dagontmesting.
“Van nature mesten varkens graag ver weg van het voerpunt in het hok”, legt Marko Ruis van Wageningen Livestock Research uit. “Dit doen de dieren graag in veel licht en met interactie met andere dieren. Daarom zijn er in deze stal ramen boven de roosters geplaatst, wat ook nog eens een natuurlijk dag- en nachtritme creëert.” Ook is er een open front geplaatst tussen twee hokken, zodat de dieren gevoelsmatig een territorium kunnen afbakenen.
“De varkens zijn qua mesten vrij snel zindelijk te krijgen”, laat de varkenshouder weten. “In het begin gooien ze de routine soms nog wel eens om, omdat ze een relatief groot hok hebben, maar na het opstrooien herstelt dat zich snel. Urineren blijven ze wel verspreid over het hok doen, maar dat vormt geen probleem.”
Achterin het hok mesten de varkens boven een rooster op een verhoging. De mest wordt afgevoerd via dagontmesting.
Lange staarten
Na de bouw van de wroetstal is Van de Kamp ‘cold turkey’ gestopt met het couperen van staarten. “Het stro geeft zoveel afleiding, dat we totaal niet bang waren voor staartbijten. Eigenlijk loopt het hartstikke goed.”
De grootste risicogroep voor staartbijten op dit bedrijf is de groep gespeende biggen. “Hier moeten we er echt dicht op zitten. Binnen enkele uren kan namelijk al veel schade worden aangericht met staartbijten.” Om de dieren af te leiden zorgt de varkenshouder ervoor dat de voerbakken altijd gevuld zijn en verspreid over meerdere punten. Daarnaast maakt hij gebruik van veel afleidingsmateriaal, zoals likblokken en (honden)speeltjes. Iedere twee dagen wordt het speelgoed afgewisseld om verveling te voorkomen.
“In acht van de tien gevallen hebben we geen last van staartbijten. Als de staarten gaan hangen, weten we echter dat we op moeten letten. Dan doen we twee blokken met methylsalicylaat in een voerbak. Deze stof heeft net als wilgen een natuurlijke ontstekingsremmende en pijnstillende werking. Na twee dagen is het altijd weer opgelost.”
Stabiele genetica voorkomt staartbijten
De vleesvarkens op dit bedrijf komen voort uit de TN50-zeug: een geneticalijn die bekend staat om rustig gedrag. Om de kans op staartbijten zo laag mogelijk te houden, kiest Van de Kamp bewust voor deze lijn. Er wordt een Tempo als eindbeer gebruikt.
Diergezondheid, een andere grote speler in het ontstaan van staartbijten, is goed onder controle op dit bedrijf. De varkens krijgen enkel hun verplichte entingen en worden op vijf weken leeftijd gespeend met een gewicht van acht tot negen kilogram. Enkele uitschieters liggen op de twaalf kilogram. Uitval na het spenen ligt nagenoeg op nul. “Afspenen met een hoger gewicht zorgt voor een verminderde speendip”, aldus Van de Kamp.
Zoals iedere vorm van huisvesting, kent een wroetstal ook uitdagingen. Zo kost de bodembedekking negen tot tien euro per dierplaats. Ook kunnen de dieren in het begin wat stram lopen, doordat ze veel kunnen rennen in een relatief groot hok.
Trotse varkenshouders
Een wroetstal heeft verschillende voordelen, zowel voor de mogelijkheid van het uitoefenen van natuurlijk gedrag als het verbeteren van het stalklimaat. Aan het einde van de rit levert dit vlees van betere kwaliteit op, volgens de slagers die Krullvlees gebruiken.
Bovendien levert deze manier van werken trotse varkenshouders op. “Vroeger keek ik op tegen de grote jongens. Nu heb ik de voersilo’s van sommige van hun overgenomen en sta ik hier op ons gemengd bedrijf. Als familie zijn we dan ook trotse varkenshouders. We staan achter dit concept en als mensen onze stal willen zien, dan laten we hem maar al te graag zien.”
Kennis op Maat-programma
De Roadshow wordt mogelijk gemaakt door een Kennis op Maat (KOM)-financiering. KOM-projecten ontvangen financiële steun vanuit de Kennis- en Innovatie-Agenda Landbouw, Water, Voedsel. Hierin werken bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid samen aan innovaties voor veilig en gezond voedsel.
Tekst en beeld: Kim Sjoers