De MRSA-bacteriën die resistent zijn tegen het antibioticum methicilline, komen nog steeds veel voor onder vleesvarkens, ondanks dat het gebruik van antibiotica in Nederland bij vleesvarkens is gehalveerd. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM met WUR-onderzoeker Kees Veldman.
In tien jaar tijd nam het gebruik van antibiotica in de varkenshouderij fors af, maar dat leidt vooralsnog niet tot een afname van antibiotica-resistente bacteriën in deze sector, constateren de onderzoekers. De Methicillin-resistant Staphylococcus aureus (MRSA) bacterie kwam in 2005 voor bij 39 procent van de vleesvarkens en in 81 procent van de slachthuizen, bleek uit eerder onderzoek van RIVM-onderzoeker Cindy Dierikx. Tien jaar later vind ze bij 83 procent van de onderzochte vleesvarkens MRSA, terwijl alle slachthuizen inmiddels besmet zijn met de bacterie. Dat meldde ze vorige maand in het Journal of Antimicrobial Chemotherapy.
Diederikx onderzocht 558 vleesvarkens in stallen en 56 varkens uit zeven verschillende groepen in slachthuizen. Ze herhaalde de detectiemethode die ze ook in 2005 gebruikte, maar gebruikte daarnaast een tweede nauwkeuriger methode. Bij die laatste methode had 99 procent van de vleesvarkens MRSA-bacteriën in de neus zitten.
De onderzoekers waarschuwen dat het personeel in de slachterijen nog steeds besmet kan raken met de bacterie. Veel gangbare antibiotica krijgen geen grip op infecties met MRSA. De afgelopen jaren is het antibioticagebruik in de veehouderij met 58 procent gedaald. De verschillen in gebruik tussen de veehouders is groot.
Bron: Resource – Wageningen UR