Vandaag opende Hare Majesteit Koningin Máxima de eerste mineralencentrale van Nederland. Deze centrale wint mineralen terug uit mest en organische restproducten van de voedselverwerkende industrie. Dit dringt transport terug en verbetert de benutting van nutriënten en organische stof door de gewassen. Bovendien kan het bijdragen aan de verlaging van het kunstmestgebruik in de regio. Onderzoekers van Wageningen Environmental Research droegen bij aan de ontwikkeling van het verwerkingsproces.
Regionale toepassing
De Nederlandse veehouderij produceert meer mineralen in de vorm van mest dan kan worden gebruikt op eigen landbouwgronden. Deze mest wordt daarom deels afgezet buiten Nederland. Daarmee verdwijnt ook een groot deel van de organische stof en andere waardevolle componenten.
De Groene Mineralen Centrale – ontwikkeld door Groot Zevert Vergisting BV, Wageningen University & Research (WUR) en Nijhuis Industries, met steun van overheden – bewerkt vergiste dierlijke mest en organische reststoffen zodanig dat het grootste deel van de fosfaat uit dierlijke mest wordt verwijderd en waarbij de overige mineralen stikstof en kalium, onder de naam Groene Weide Meststof, regionaal kunnen worden toegepast. De resterende organische stof kan als bodemverbeteraar in de regio worden afgezet of als veenvervanger in de potgrondindustrie worden gebruikt. De zogenaamde Re-P-Eat technologie die dit mogelijk maakt is ontwikkeld door onderzoekers van WUR.
Energieneutraal
Jaarlijks wordt door Groot Zevert Vergisting BV, eigenaar van de nieuwe installatie, zo’n 100.000 ton mest en 35.000 ton organische reststoffen aangevoerd van (boeren)bedrijven uit de regio. Gedurende dertig tot veertig dagen zetten bacteriën in acht grote vergisters de mest om in biogas en digestaat. Ongeveer driekwart van het geproduceerde biogas voorziet de nabijgelegen vestiging van zuivelproducent FrieslandCampina in Borculo voor een deel van stroom. Het overige biogas wordt omgezet in elektriciteit voor de Groene Mineralen Centrale, waardoor die energieneutraal is. Wat overblijft wordt aan het elektriciteitsnet geleverd.
Restproduct wordt plantenvoeding en fosfaatgrondstof
Na de vergisting wordt digestaat verder verwerkt in de centrale tot een organische bodemverbeteraar, met een laag gehalte fosfaat en stikstof en een vaste, enkelvoudige fosfaatmeststof die als grondstof kan dienen voor de kunstmestindustrie. Een andere (natte) fractie ondergaat verschillende bewerkingen en filtraties en resulteert uiteindelijk in een vloeibare meststof en schoon water. De stikstof in die meststof kan stikstofkunstmest vervangen. Met een speciaal ontwikkelde zodenbemester wordt de meststof emissiearm direct bij de wortels van het gewas gebracht en kan dus worden ingezet bij precisietechnieken. Praktijkproeven uit 2018 laten zien dat deze meststof kunstmest kan vervangen.
Fosfaat naar gebieden met schaarste
Nederland heeft, door de import van veevoer, te maken met een fosfaatoverschot, maar op veel andere plekken in de wereld is er juist een tekort. Door fosfaat uit dierlijke mest in de Nederlandse landbouw terug te winnen, als geconcentreerd fosfaatproduct, ontstaat een waardevolle grondstof voor kunstmest. Ook wordt hierdoor het te transporteren volume aan mest teruggebracht met 90%: in plaats van tien vrachtwagens hoeft er dus maar één vrachtwagen te rijden. Na opwerking tot een mestkorrel kan fosfaat geleverd worden aan gebieden met een tekort, waarvan er in Europa nog veel zijn.
Onderzoek naar circulaire en duurzame economie
De nieuwe centrale draagt op deze manier bij aan landbouwsystemen waar nutriënten uit afvalstromen (mest, afvalwater, organische reststromen) beter worden benut. Onderzoekers van WUR coördineren een groot Europees onderzoeksproject genaamd SYSTEMIC, waarin samen met het bedrijfsleven en andere kennisinstellingen, gekeken wordt hoe een transitie naar een meer circulaire en duurzame economie vorm kan krijgen. Op vijf grootschalige demonstratielocaties, waaronder Groot Zevert Vergisting BV, worden innovatieve oplossingen daadwerkelijk geïmplementeerd. Wetenschappelijke studies en evaluaties worden uitgevoerd en gepubliceerd over het verloop en verbetering van het productieproces, de business cases, en de landbouwkundige- en milieukundige aspecten.
Bron: Wur