Nederlandse stallen voor vleesvarkens en zeugen zijn vaak niet geschikt voor het toepassen van gedeeltelijke onderafzuiging om de luchtkwaliteit in de stal te verbeteren zoals in Denemarken wordt toegepast. Onderzoekers van Wageningen UR Livestock Research verwachten dat de manier van ventileren (grondkanaalventilatie) en het grote aandeel dichte vloer de oorzaak is.
Goede luchtkwaliteit in stallen
Varkensstallen worden veelal voorzien van luchtwassers om de uitgaande lucht te reinigen van ammoniak, geur en fijnstof. De uitgaande lucht wordt dus wel gereinigd. Echter, aan de luchtkwaliteit in de stal verandert er niets. Een goede luchtkwaliteit in stallen wordt steeds belangrijker, denk hierbij aan de effecten op de gezondheid van de varkenshouder en op het welzijn en de gezondheid van de dieren die 24 uur per dag in deze stallen moeten verblijven. In Denemarken wordt al een aantal jaren onderzoek gedaan naar lokale afzuiging en reiniging van de lucht. Hierbij wordt een deel van de lucht (ca. 10 à 20% van de maximum capaciteit) onder de roosters afgezogen en gereinigd, terwijl de rest van de lucht via het plafond wordt afgezogen. In Denemarken werd hiermee de ammoniakemissie met 50 à 70% gereduceerd.
Afzuigkap
Het onderzoek is uitgevoerd op VIC Sterksel bij vleesvarkens en drachtige zeugen. Net als bij een afzuigkap boven het gasfornuis werd een deel van de (vuile) lucht net boven de mest, onder de roostervloer, afgezogen. Elk van de beide proefafdelingen voor vleesvarkens had een exact gelijkende controleafdeling met als enige verschil de afvoer van de lucht. In de afdeling met drachtige zeugen is het systeem van onderafzuiging ingebouwd en afwisselend aan- en uitgezet.
Nieuwe ontwerpen
De doelstelling om veel ammoniak en andere vervuilende componenten (geur, fijnstof) in weinig lucht af te voeren door middel van gedeeltelijke onderafzuiging is in dit onderzoek niet gerealiseerd. Bij de vleesvarkens was het percentage afgevoerde ammoniak in de onder-afgezogen lucht ongeveer gelijk aan het percentage lucht dat onder de roosters werd afgezogen (42% ammoniak in 40% lucht). Bij de zeugen was dit enigszins hoger (44% ammoniak in 31% lucht).
Nieuwe stalconcepten zijn nodig om onderafzuiging perspectiefvol te maken in Nederland. Om kansrijke, effectieve ontwerpen te realiseren is het advies om vooraf luchtstromingsmodellen in te zetten.
Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen UR Livestock Research, in opdracht van en gefinancierd door het Ministerie van EZ. Aan dit onderzoek werkten mee de Universiteit van Aarhus, de Universiteit van Kopenhagen, het Danish Agriculture & Food Council, het Deense bedrijf Skov A/S en het Nederlandse bedrijf JOVAS Agro International B.V.
Bron: VIC Sterksel