Volgens de Gezondheidsdienst voor Dieren lijkt het rustig aan het front als het gaat over Afrikaanse varkenspest, maar schijn bedriegt. Sinds het virus in 2007 naar Oost-Europa is opgerukt, heeft het zich over een enorm gebied uitgebreid.
Veruit de meeste besmettingen zijn bekend bij wilde zwijnen, maar ook enkele tientallen varkensbedrijven zijn besmet geraakt. Het is moeilijk een goed vaccin tegen AVP te maken dat niet alleen bescherming biedt tegen de ziekte, maar dat ook voorkomt dat het virus zich verder verspreidt. Een dood vaccin beschermt onvoldoende. Dus moet er aan het levende virus gesleuteld worden om een vaccin te maken. Maar het is een ingewikkeld virus en het is moeilijk om uit te zoeken welke delen van het virus uitgeschakeld of veranderd moeten worden, zodat het een veilig en toch goed werkend vaccin wordt.
Verspreiding door wilde zwijnen
De meeste uitbraken vinden plaats bij wilde zwijnen. Sommige wilde zwijnen kunnen ver reizen, maar als ze ziek zijn doen ze dat niet. Als wilde zwijnen worden gevoederd, zullen ze minder geneigd zijn rond te trekken. Anderzijds kan daardoor het aantal toenemen. Intensieve jacht op wilde zwijnen om een gebied vrij te maken, heeft een averechts effect. Het lukt gewoon niet en de zwijnen zullen zich over een groter gebied gaan verspreiden. Grote barrières zoals rivieren en drukke snelwegen kunnen wel zorgen dat zwijnen binnen een bepaalde regio blijven.
Verspreiding door teken
De teken die in Afrika de ziekte overdragen, zijn zachte teken die in Europa niet voorkomen, behalve in Zuid-Europa. Het is onderzoekers gelukt om harde teken uit onze regio met het virus te besmetten, maar overdracht van de ziekte is niet gelukt. De kans op verspreiding van de ziekte via teken is in Noord-Europa dan ook erg klein.
Sleutelwoorden
Het grootste risico voor verspreiding zijn besmette varkensvleesproducten. Vooral diepgevroren vlees, maar ook gerookt en bewerkt vlees, vormen een risico. Omdat zieke dieren op allerlei manieren het virus uitscheiden, is het reinigen van transportmiddelen van groot belang. Sleutelwoorden zijn ‘hygiëne’ en ‘biosecurity’.
Bron: Gezondheidsdienst voor Dieren