De consumentenprijs van varkensvlees laat vanaf augustus 2017 een duidelijke daling zien. De prijs stond toen op een niveau van 105 punten en deze is gedaald naar 101 punten in april 2018. Deze ontwikkeling ligt in lijn met de lagere prijzen van de industrie en de prijs van vleesvarkens af boerderij.
Prijsontwikkeling
De Europese varkensmarkt is momenteel (begin juni 2018) redelijk in evenwicht. Hoewel de afzet van varkensvlees naar China fors lager ligt dan in de voorgaande twee jaren, weet de afzet op derde markten het aanbod vrij goed bij te houden. De consumentenprijs van varkensvlees laat sinds augustus 2017 een duidelijke daling zien. De prijs stond toen op een niveau van 105 punten. Afgezien van de seizoensmatige opleving in december is de prijs gedaald tot 101 punten in april 2018. Deze ontwikkeling ligt in lijn met de lagere prijzen van de industrie (110 punten in april, ten opzichte van 127 punten medio 2017) en de prijs van vleesvarkens af boerderij (110 punten in april, ten opzichte van gemiddeld 139 punten medio 2017). Prijsschommelingen zijn bij de consumentenprijs altijd kleiner dan bij de industrieprijs en veel kleiner dan de prijs af boerderij. De varkensprijs hangt af van veel factoren, en volgt grosso modo de bewegingen van de industrieprijs. De consumentenprijs daarentegen heeft een eigen dynamiek en volgt de industrieprijs vaak met een duidelijke vertraging. Als we de schommelingen van de drie prijzen bekijken binnen de eigen bandbreedtes, blijkt dat de consumentenprijs in lijn ligt met de industrie- en af- boerderijprijs: alle drie komen ze op een niveau dat net onder het gemiddelde ligt van de afgelopen zes jaren.
De varkensproductie in de EU is het afgelopen jaar gestegen, zowel door een stijgende zeugenstapel als toenemend aantal vleesvarkens dat per zeug wordt geproduceerd. Daar komt bij dat de afzet naar China sinds midden 2017 duidelijk is teruggelopen. De afzet naar andere derde landen loopt daarentegen behoorlijk goed, zowel voor vlees als voor eetbare slachtbijproducten. Sinds het aantreden van Trump als president zijn de Verenigde Staten hun eigen markt meer gaan beschermen. Dat leidt tot herziening van handelsverdragen en het invoeren van invoerheffingen op diverse producten. De handelsbelemmeringen tussen de VS en China werpen ook hun schaduw over de handel tussen de VS en de EU. Tegelijkertijd groeien de kansen voor afzet naar bijvoorbeeld Mexico.
Keten
Het varkensvlees wordt in de supermarkt of bij de slager gekocht. Supermarkten en slagers kopen varkensvlees van de vleesindustrie. Die bestaat uit slachterijen en vleesverwerkers. Slachterijen kopen vleesvarkens van veehouders rechtstreeks of via veehandelaren. Veehouders produceren vleesvarkens in gespecialiseerde bedrijven of gesloten bedrijven. Zeugenbedrijven zijn belangrijke toeleveranciers van biggen voor de gespecialiseerde bedrijven. De gesloten bedrijven produceren de eigen biggen.
Toelichting op drie niveaus
Circa 60% van het varkensvlees en 80% van de vleeswaren wordt in de supermarkt gekocht. Daarnaast loopt ongeveer 35% van het varkensvlees via de buitenhuishoudelijke markt (horeca, ziekenhuizen enzovoort). Consumenten kopen meer varkensvlees in januari, vaak aangemoedigd door reclameacties. Verder wordt meer vlees gekocht in het barbecueseizoen en is er een piek in december. Supermarkten kopen varkensvlees hoofdzakelijk van de Nederlandse vleesindustrie, zeker nu alle retailers hebben toegezegd om voor vers varkensvlees mee te doen met het programma Varkensvlees van morgen, dat van Nederlandse bodem is. Voor een deel wordt dat vlees echter betrokken van Duitse slachterijen die Nederlandse varkens slachten. De verwerking van varkensvlees is voor een belangrijk deel gekoppeld aan de slachterijen. De grootste vier slachterijen hebben een aandeel van circa 90%. Er worden in Nederland in 2018 naar verwachting 15 a 16 miljoen varkens geslacht. De vleesindustrie slacht en verwerkt de dieren tot vers vlees en vleeswaren, die voor een groot deel worden geëxporteerd. Voor de productie wordt ook varkensvlees geïmporteerd. De zelfvoorzieningsgraad van de Nederlandse varkensvleesketen bedraagt circa 340%. De in totaal circa 3.500 bedrijven met vleesvarkens produceren 18 miljoen vleesvarkens. Hiervan worden ongeveer 3 mln. dieren geëxporteerd; daarnaast worden circa 6,5 miljoen biggen over de grens verkocht.
Prijsvorming
De prijsontwikkeling van het pakket varkensvlees dat de consument in de supermarkt koopt, is opvallend vlak, zij het dat de gemiddelde prijs in december iets hoger ligt. De retail heeft een eigen prijsbeleid, dat beperkt beïnvloed wordt door de inkoopprijs. Het prijsniveau bij concurrenten, promotieacties en de rol van vlees in het totale productassortiment van supermarkten spelen ook een rol. Prijsbewegingen van industrie (producentenprijs) en boeren (af-boerderij) vertonen daarom nauwelijks samenhang met de consumentenprijs. Voor de handel tussen de slachterijen en supermarkten worden jaarcontracten gebruikt. Daarbinnen vindt per vier weken overleg plaats over reclameacties. Afhankelijk van onder andere het weer vinden dagelijks correcties plaats op de bestelde volumes. Slachterijen geven de prijsbewegingen op hun afzetmarkt door aan de varkenshouders. De markten voor varkens en varkensvlees in Noordwest-Europa zijn nauw met elkaar verweven. De prijsvorming is vrij. Door de seizoeneffecten in de afzet op detailhandelsniveau schommelen ook de wekelijkse slachterij- en handelsnoteringen of opbrengsten van vleesvarkens. De EU heeft de laatste jaren een flink gestegen zelfvoorziening in varkensvlees (tot circa 119% in 2017), wat betekent dat de prijsvorming in toenemende mate invloed ondervindt van de prijzen in derde markten buiten Europa.
Prijsindices
De consumentenprijsindex (CPI) is gebaseerd op varkensvlees bij supermarkten en slagers. De producentenprijsindex (PPI) is gebaseerd op de opbrengstprijzen van producenten van vers of gekoeld varkensvlees. De af-boerderijprijs is gebaseerd op de wekelijkse noteringen voor slachtvarkens. De indices zijn herzien, waarbij het jaar 2015 op 100% is gezet.
Bron: Agrimatie