De rekening-courant positie van varkensbedrijven is in het derde kwartaal van 2018 met 7.500 euro gedaald ten opzichte van einde tweede kwartaal en kwam eind september uit op bijna 11.500 euro. November vorig jaar piekte deze nog tot een niveau van gemiddeld bijna 50.000 euro. De gestegen kosten van voer en mestafzet en de gedaalde opbrengsten voor vleesvarkens en biggen zijn de belangrijkste oorzaken.
Vooral zeugenbedrijven zagen hun rekening-courantpositie dalen als gevolg van de lage biggenprijzen. Ze komen 10 tot 20 euro per big tekort. Vleesvarkenshouders hebben dankzij de goedkopere biggen een compensatie voor de lage prijs van varkensvlees. Daardoor zien we dit derde kwartaal een tegengestelde liquiditeitsontwikkeling op zeugen- en vleesvarkensbedrijven.
De stand van de rekening courant is een resultante van de bij- en afschrijvingen. Ook neveninkomsten en privé-uitgaven zijn verwerkt alsmede overschrijvingen naar spaarrekeningen. Figuur 1 geeft het gemiddelde weer van zeugenbedrijven, vleesvarkensbedrijven en gesloten bedrijven. De verschillen tussen bedrijven zijn groot door de aard en omvang van bedrijven maar ook door de invloed van concepten, vastlegging van voerprijzen, wijze van mestafzet, gezondheidsstatus, technische resultaten en financieringslasten. Onderaan dit artikel, in figuur 2 en 3, is de liquiditeitsontwikkeling voor zeugenbedrijven en vleesvarkensbedrijven separaat weergegeven.
De voerprijzen lagen in het derde kwartaal van 2018 bijna 7% hoger dan gemiddelde van 2017 en 4% hoger dan in de eerste helft van 2018. We verwachten nog een geringe verdere stijging van de voerprijzen. De biggenprijzen zijn ruim 40% lager dan in 2017 en circa 30% lager dan in het eerste halfjaar van 2018. De opbrengstprijzen voor vleesvarkens zijn iets minder gedaald: 10% lager ten opzichte van het derde kwartaal van 2017. Maar wel 3% hoger dan in de eerste helft van 2018.
Bedrijven hebben daarnaast afgelopen kwartaal meer geïnvesteerd. Gevolg is dat bedrijven in het afgelopen kwartaal iets minder konden aflossen en meer leningen hebben opgenomen dan het kwartaal ervoor. En er is ontspaart (geld van de spaarrekening naar de rekening courant overgeboekt).
Figuur 1: De gemiddelde kaspositie van varkensbedrijven daalde het derde kwartaal met EUR 7.500
Bron: Bedrijveninformatienet, Wageningen Economic Research
Fluctuaties in de kasstroom op zeugenbedrijven zijn groter dan op vleesvarkensbedrijven omdat vleesvarkensbedrijven de schommelingen gedeeltelijk opvangen via de biggenprijs. In figuur 2 is te zien dat de rekening courant op zeugenbedrijven het eerste halfjaar met circa 24 duizend euro ofwel 30 euro per zeug af nam. Daardoor is de stand van de rekening courant op zeugenbedrijven sinds maart jl. negatief geworden.
Voorlopig geen herstel van de markt voor varkensvlees
We verwachten voor het vierde kwartaal van 2018 dat opbrengstprijzen voor vleesvarkens en biggen laag blijven. De biggenprijzen hebben hun bodem wel bereikt. Biggen worden al wat gemakkelijker geplaatst en de warme zomer zorgt voor een daling van het aanbod biggen in de komende periode. De lage biggenprijzen leiden naar verwachting tot krimp van het aantal zeugenbedrijven in Duitsland en Nederland alvorens echt herstel zal optreden. De vleesvarkensprijzen trekken voorlopig niet aan omdat er veel aanbod is van varkensvlees in de EU. De productiegroei van varkensvlees zwakt wel af en voor 2019 verwacht de EU 1% minder aanbod. Ook de Afrikaanse varkenspest in België drukt het sentiment. Toenemende handelsbelemmeringen tussen de VS en China zullen positief uitpakken voor de afzet van varkensvlees vanuit de EU. In hoeverre dat ook leidt tot hogere prijzen in de EU en Nederland is nog onzeker. De eigen productie in China en Rusland neemt toe door investeringen in grootschalige bedrijven, wat leidt tot minder importbehoefte en daarmee toenemende druk op de internationale afzetmarkten. De binnenlandse prijzen waren hoog in China door een dalende eigen productie, als gevolg van sluiting van kleine eenheden. Hiervan hebben Nederlandse en Europese varkenshouders in 2016 en 2017 geprofiteerd, inmiddels zijn die prijzen fors gedaald. Afhankelijk van de ontwikkeling van de Afrikaanse Varkenspest in China zal het prijseffect in de EU beperkt zijn tot flink positief. China is nog steeds de belangrijkste bestemming voor EU-varkensvlees.
De stoppersregeling en de voorgenomen sanering van de varkenshouderij zorgt de komende jaren voor een daling van het aantal bedrijven en van de productie van biggen en varkensvlees in Nederland. Dat betekent niet meteen dat de opbrengstprijzen zullen stijgen omdat de varkenssector in een internationale markt opereert. Andere landen kunnen de wegvallende productie op termijn overnemen door uitbreidingen.
Figuur 2: Liquiditeitsontwikkeling zeugenbedrijf neerwaarts
Bron: Bedrijveninformatienet, Wageningen Economic Research
Figuur 3: Liquiditeitsontwikkeling vleesvarkensbedrijf opwaarts
Bron figuur: Bedrijveninformatienet, Wageningen Economic Research