Sinds het jaar 2009 is het antibioticumgebruik in de varkenshouderij met maar liefst 60 procent afgenomen. Volgens de Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit (SDa) en het ministerie van LNV is op veel varkensbedrijven het doel – een aanvaardbaar gebruik – bereikt.
De SDa heeft het ‘aanvaardbare gebruik’ nu weergegeven in een nieuwe benchmarkwaarde. De POV heeft ervoor gepleit de nieuwe benchmarkwaarde gefaseerd in te voeren. Daar is gehoor aan gegeven door de SDa en het ministerie van LNV. Het zogenaamde stoplichtmodel (met categorieën groen, oranje en rood) blijft voorlopig gehandhaafd. De POV zet daarnaast in op extra aandacht voor bedrijven ‘in het rood’.
In de nieuwe systematiek wordt nog maar één benchmarkwaarde vastgesteld: bedrijven zitten in het ‘groen’ bij een DDD < 7, vanaf een DDD van 10 komen bedrijven in de categorie ‘rood’ terecht. De POV zal zich in het plan van aanpak richten op de bedrijven, die in het rood zitten. De SDa gaat uit van een ‘aanvaardbaar gebruik’ omdat het houden van dieren altijd gepaard zal gaan met een beperkt gebruik van antibiotica. Zieke dieren moeten behandeld kunnen worden. In tabel 1 staan de huidige en nieuwe benchmarkwaarde(n).
Overgangstermijn
Met de invoering van de nieuwe benchmarkwaarden kunnen bedrijven, die nu ‘in het groen’ zitten, terechtkomen in de categorie ‘oranje’. De POV heeft gepleit voor een overgangstermijn, zodat bedrijven enkele jaren de tijd krijgen toe te werken naar het einddoel (‘categorie groen’). De SDa en het ministerie van LNV hebben dit gehonoreerd. Omdat het stoplichtmodel succesvol is geweest, zal dit model nog enkele jaren worden gehanteerd. De nieuwe signalerings- en actiewaarden vindt u in de tabellen 2 en 3. Ook voor de speenbiggen is het voorstel om het stoplichtmodel in stand te houden. De SDa heeft nog niet over een fasering of een aanvaardbare (eind)waarde gesproken. De varkenssector wil hierop niet vooruitlopen. In 2019 zal worden vastgehouden aan een signaleringswaarde van 20 DDD en een actiewaarde van 40 DDD.