De daling van het aantal zeugen in de EU blijkt groter dan de jaarlijkse toename van het aanbod door de stijgende productiviteit van zeugen. Vooral in Nederland valt de daling van zeugenstapel op, hoewel hoge voer- en mestkosten samen met zeer lage opbrengsten al veel verklaren. De Nederlandse zeugenstapel nam vorig jaar met 9 procent af tot 970.000 dieren volgens het Europees statistisch bureau.
Daling Nederlandse varkensstapel
De daling van de totale Nederlandse varkensstapel met 2,9 procent tot 11,9 miljoen stuks is verhoudingsgewijs minder groot dan de afname van de zeugenstapel. Andere belangrijke varkenslanden laten eveneens een daling van de totale varkensstapel noteren: Denemarken – 1,5 procent tot 12,6 miljoen stuks, Polen – 7,4 procent tot 11,02 miljoen stuks en Duitsland – 4,1 procent tot 26,44 miljoen stuks. Het verschil tussen Duitsland en Spanje, dat al enkele jaren de grootste varkensstapel in Europa huisvest, wordt hiermee alsmaar groter. Want in Spanje nam de varkensstapel vorig jaar toe met 3,9 procent tot 31,1 miljoen stuks. Ook in Frankrijk en België nam de varkensstapel toe, met respec tievelijk 2,7 procent tot 13,7 miljoen stuks en met 1,7 procent tot 6,2 miljoen varkens.
Varkensstapel EU
In de hele Europese Unie nam de varkensstapel vorig jaar af met één procent tot 148,77 miljoen dieren. Het totale aantal zeugen in de EU daalde met 3 procent naar 11,81 miljoen stuks. Het aantal vleesvarkens boven de 50 kg steeg vorig jaar in de EU met 0,6 procent tegenover december 2017. Vooral het aantal vleesvarkens boven de 110 kg bleek toegenomen. De kans is zeer reëel dat de daling van de Europese varkensstapel zich ook dit jaar doorzet want het aantal inseminaties en drachtige zeugen is ook met enkele procenten gedaald in de hele EU. De snelste dalers hier zijn Nederland en Polen.