De rekening-courantpositie van varkensbedrijven is in het eerste kwartaal van 2019 ruim 5.000 euro verslechterd ten opzichte van het vierde kwartaal, en kwam eind maart uit op -14.000 euro. Vorig jaar maart was de gemiddelde stand nog bijna 44.000 euro. Daarna ging de rekening-courantpositie vrijwel elke maand verder omlaag.
Het saldo van bij- en afschrijvingen was het eerste kwartaal lager dan in 2018 door gestegen voerkosten. Lagere biggenprijzen zorgen op zeugenbedrijven voor lagere opbrengsten, maar zijn tegelijkertijd lagere uitgaven voor vleesvarkensbedrijven. De betaalde mestkosten zijn in februari lager doordat minder mest is afgevoerd vanwege natte weersomstandigheden. Dankzij de kleinere rundveestapel is er minder rundveedrijfmest op de markt, waardoor de afzetkosten van varkensmest mogelijk iets dalen.
Liquiditeitsgegevens varkensbedrijven
De rekening-courantpositie van zeugenbedrijven is ook in het eerste kwartaal van 2019 verder verslechterd. Maar het dieptepunt lijkt in februari gepasseerd te zijn, met een stand van 90.000 euro negatief. Door aantrekkende biggenprijzen in maart is een voorzichtig herstel van de rekening-courantpositie te zien. Maar er is een langere periode van hogere bijschrijvingen nodig om de kas weer goed gevuld te krijgen. De biggenprijzen in het eerste kwartaal van 2019 liggen gemiddeld 3% onder het tienjarig gemiddelde 2009-2018 en de voerprijzen zijn circa 10% hoger dan het tienjarig gemiddelde door de droogteperiode in de zomer van 2018.
Liquiditeitsgegevens zeugenbedrijven
De rekening-courantpositie van vleesvarkenshouders is ook gedaald, maar in veel mindere mate dan op zeugenbedrijven. Die daling in februari werd vooral veroorzaakt doordat de prijzen van aangekochte biggen sterker stegen dan de prijzen van verkochte vleesvarkens. Vergeleken met maart vorig jaar is de rekening-courantpositie van vleesvarkensbedrijven wel gehalveerd. Op zeugenbedrijven is in dezelfde periode de rekening-courantpositie circa 59.000 euro gedaald tot bijna 85.000 euro negatief.
Liquiditeitsgegevens vleesvarkensbedrijven
Overschrijvingen van en naar de spaarrekening worden met ingang van deze update buiten beschouwing gelaten. Neveninkomsten en privé-uitgaven zijn wel in het saldo verwerkt. Fluctuaties in de varkenssector zijn vooral duidelijk zichtbaar in de zeugenhouderij omdat vleesvarkensbedrijven de schommelingen vaak kunnen opvangen via aanpassing van de biggenprijzen. Het gemiddelde rekening-courantsaldo op zeugenbedrijven ligt ook lager dan voor de hele groep varkensbedrijven en vleesvarkensbedrijven.
Bij- en afschrijvingen op rekening-courant gedaald
De figuren geven de totale bij- en afschrijvingen per maand op de rekening-courant weer vanaf 2018. In bijna alle maanden van dit jaar liggen zowel het cumulatieve totaal de bij- als afschrijvingen op een lager niveau dan het eerste kwartaal vorig jaar. Vooral de bijschrijvingen in februari en maart van 2019 zijn duidelijk lager dan dezelfde maanden een jaar eerder door lagere opbrengsten uit vleesvarkens en biggen. De bijschrijvingen op vleesvarkensbedrijven zijn in alle maanden van het eerste kwartaal gedaald, met maart als dieptepunt door de hogere aankoopprijzen van biggen. Voor zeugenbedrijven was die prijsstijging van biggen daarentegen een meevaller en zorgde dus voor hogere bijschrijvingen.
Positieve vooruitzichten door problemen in China en lagere sojaprijzen
We verwachten een verder marktherstel in de loop van 2019, vooral omdat de export naar China zal toenemen. De belangrijkste reden is dat de Chinese productie daalt als gevolg van de uitbraken van Afrikaanse varkenspest (AVP). In het eerste kwartaal zijn de prijzen van vleesvarkens geleidelijk iets gestegen, conform het seizoenpatroon in het verleden. Eind maart stegen de varkensprijzen echter spectaculair door een aantrekkende vraag. De biggenprijzen profiteren ook van de betere marktstemming vanaf eind maart.
In 2018 is de varkensvleesproductie in de Europese Unie 2% gestegen naar recordhoogte. Als gekeken wordt naar de decembertelling van 2018 dan zal de varkensproductie dalen in 2019. Het aantal varkens is 1% gedaald en het aantal zeugen daalde met 3%. Net als in Nederland kromp ook de varkensstapel in Polen, Duitsland en Denemarken. In Spanje, Frankrijk en België werden eind 2018 daarentegen meer varkens gehouden dan een jaar eerder. Naar verwachting zal de export in 2019 toenemen.
De Chinese varkensstapel lijkt minstens een kwart gekrompen te zijn, wat betekent dat er wereldwijd minstens 10% minder productie is. Daar de totale wereldhandel circa 5 a 6% van de totale productie bedraagt, zal er dus een forse zuigkracht ontstaan op alle beschikbare productie. De marktprijs in China zou volgens de Chinese overheid naar verwachting met 70% stijgen, wat de marktprijs van de wereldhandel fors zal laten stijgen. Dit kan consequenties hebben voor de binnenlandse beschikbaarheid van varkensvlees. Verder zal het naar verwachting ook de prijs van alternatieve eiwitbronnen, vooral pluimveevlees, mee opstuwen. En, door de gedaalde productie van varkensvlees is er minder vraag naar veevoeringrediënten, waardoor die goedkoper zullen worden.
Bron: ABN-AMRO