De verkoop van antibiotica voor gebruik in de veehouderij in Nederland daalde van 2009 tot en met 2017 met 63%. Dit had geen aantoonbaar negatief effect op de gemiddelde productie en de economische resultaten van vleeskuiken- en varkensbedrijven.
Ook het concurrentievermogen van de Nederlandse primaire vleeskuiken- en varkenssector ten opzichte van andere landen had niet te lijden onder de vermindering van antibioticagebruik. Dit blijkt uit een onderzoek van Wageningen Economic Research op verzoek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Antimicrobiële resistentie
Antimicrobiële resistentie (AMR) is vandaag de dag een van de ernstigste bedreigingen voor de volksgezondheid. Daarom worden wereldwijde initiatieven en actieplannen ontwikkeld om antibioticaresistentie zowel nationaal als internationaal te verminderen. Zowel de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) als de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) constateren dat er slechts beperkt onderzoek is gedaan naar de economische effecten van maatregelen om antibioticagebruik terug te dringen. Dit onderzoek draagt bij aan het opvullen van deze kloof.
Antibioticagebruiksbeleid in Nederland
In 1999 is de Nederlandse overheid begonnen met het monitoren van het antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij door middel van registratie van de totale verkoop van veterinaire antibiotica. Vanaf 2004 werd dit uitgebreid met antibioticagebruik per diersoort. Sinds 2008 is een nieuw beleid geïmplementeerd voor reductie en verantwoord gebruik van antibiotica bij vee. Hiervoor is een publiek-private samenwerking (PPS) opgezet met stakeholders uit de belangrijkste veehouderijsectoren van Nederland en de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Diergeneeskunde. De private stakeholders waren verantwoordelijk voor het verminderen van het antibioticagebruik, de overheid faciliteerde en begeleidde de PPS.
Stakeholders vreesden negatieve impact
Belanghebbenden vreesden dat het terugdringen van antibioticagebruik in de veehouderij een negatief effect zou hebben op de productiviteit en het economisch resultaat van de veehouderijbedrijven. In de varkens- en pluimveesector zien we grote schommelingen in het gezinsinkomen door de instabiliteit van de markt, fluctuaties van de voeder- en marktprijzen voor vleeskuikens en varkens. Sinds de hervorming van het antibioticabeleid in 2009 is er echter noch in de zeugen- noch in de vleeskuikensector sprake van een dalende trend in het gezinsinkomen.
In het onderzoek worden de productiekosten in de Nederlandse varkens- en vleeskuikenindustrie vergeleken met drie EU-concurrenten: Denemarken (laag gemiddeld antibioticagebruik), Duitsland (belangrijkste exportmarkt voor vleeskuikens, varkens en varkensvlees) en Spanje (relatief hoog gemiddeld antibioticagebruik).
De gemiddelde kosten van de varkensproductie in Nederland zijn aanzienlijk gestegen in vergelijking met de andere drie landen. De concurrentiepositie van de Nederlandse varkensproductie is sinds 2013 verslechterd. Er werd echter geen bewijs gevonden van enige relatie met de vermindering van het antibioticagebruik. Andere oorzaken zoals achterblijvende toename van de zeugenproductie zijn de hiervan de oorzaak.
Maatregelen om antibioticagebruik te verminderen
Om het gebruik van antibiotica te verminderen namen veehouders een aantal relatief eenvoudige en goedkope maatregelen om de gezondheid van hun dieren of de gezondheidsstatus van hun bedrijf te verbeteren. Deze maatregelen waren vooral gericht op diergezondheidsmanagement zoals meer aandacht voor hygiëne, gebruik van pijnstillers, ontstekingsremmers of preventieve vaccinaties. Het merendeel van de geïnterviewde boeren startte meer dan drie jaar geleden met de toepassing van deze maatregelen en bleef dit doen.
Traag groeiende vleeskuikens hebben minder antibiotica nodig
In 2018 bestond ongeveer een derde van de Nederlandse vleeskuikenproductie uit langzamer groeiende slachtkuikens. Deze werden geïntroduceerd als een reactie op de zorgen over dierenwelzijn van Nederlandse consumenten en retailers. Een aanzienlijk deel van de afname van het antibioticagebruik op vleeskuikenbedrijven is toe te schrijven aan de stijging van het aandeel traag groeiende vleeskuikens. Dertig procent van de geïnterviewde vleeskuikenhouders produceren op het ogenblik deze traag groeiende kuikens. De gemiddelde dierdagdosering bij de productie van traag groeiende vleeskuikens is een derde van die van conventionele slachtkuikens. De brutomarge per m2 per jaar is ongeveer gelijk.
Actief reductiebeleid kan werken
Ervaringen in Nederland laten zien dat een actief beleid gericht op het verminderen van antibioticagebruik werkt. Het onderzoek leidt tot de volgende beleidsimplicaties voor landen die overwegen om te beginnen met antibioticareductie: bedrijfsadviseurs en leveranciers, zoals dierenartsen en diervoederindustrie moeten actief betrokken worden. Het is belangrijk dat boeren kiezen voor de combinatie van maatregelen die het meest geschikt is voor hun specifieke boerderij. Om een substantiële vermindering van het antibioticagebruik te bereiken, is een duidelijk gevoel van urgentie nodig, gecombineerd met een doelgericht beleid en ambitieuze doelstellingen.
Bron: WUR