Dierenartsen worden steeds drukker met managementtaken. Dirk Jan van Dalfsen uit Ermelo, landbouwhuisdieren-paraveterinair en proefdierverzorger op zzp-basis, ontlast hen graag. ‘Ik neem artsen graag de eenvoudige, praktische handelingen uit handen. Bovendien maakt dit het goedkoper voor de boeren.’
Nederland kent slechts weinig landbouwhuisdieren-paraveterinairs. ‘En zeker geen paraveterinairs die daarnaast ook proefdierverzorger zijn’, zegt de 37-jarige Van Dalfsen enthousiast. Hij vervult deze unieke combinatie omdat hij écht van dieren houdt. Glimlachend: ‘Zelfs van hun specifieke aroma’s.’
Boerenzoon
Als boerenzoon raakte hij al van jongs af aan vertrouwd met naar beesten geurende kleding, modder aan de schoenen, dampend kuilgras, het blaten van schapen, mistbanken in weilanden en brommende trekkers. Hij is van dit leven gaan houden; voor Van Dalfsen geen geriefelijke kantoorbaan. ‘Dierenartsen zijn tegenwoordig juist veelvuldig bezig met bedrijfsbegeleiding op een hoog niveau, zoals met thema’s als gezondheid, voeding, klimaat en hygiëne. Belangrijke zaken, maar de gewone praktische handelingen als het enten van dieren en bloed afnemen, moeten gewoon doorgaan natuurlijk. Dat praktische werk met dieren neem ik de artsen graag uit handen.’
Zijn opdrachtgevers kunnen op hem bouwen, als boerenzoon weet hij van aanpakken.
Dierproeven ten bate van dieren
Naast deze paraveterinaire activiteiten opereert Van Dalfsen als proefdierverzorger (artikel 13f) tijdens dierproeven. Z’n liefde voor dieren dreef hem ertoe om dit diploma in de wacht te slepen. ‘Ik wil de dieren tijdens deze broodnodige proeven de best mogelijke behandeling te geven.’
In de maatschappij vormen dierproeven namelijk een gevoelig thema. ‘Terecht’, stelt de dierenvriend. ‘Tegelijkertijd maken deze dierexperimenten ons leven nog steeds veiliger. We danken onze moderne medicijnen en bestrijdingsmiddelen met een lage toxiciteit hieraan. Daarom zijn dierproeven nog steeds noodzakelijk.’ Overigens is Dirk Jan ook veelvuldig aanwezig bij proeven die juist ten bate van de dieren komen. Zo veranderen vanwege de klimaatverandering de gewassen en voedingswaarden. Middels dierproeven onderzoeken artsen en proefdierverzorgers de impact hiervan op dieren. Bij deze experimenten ondervinden dieren nauwelijks ongerief.
Bron: Dirkjan van Dalfsen