Na een groei van de zeugenstapel in de Europese Unie (EU) in de tweede helft van 2023, laten de cijfers van het eerste half jaar van 2024 juist een lichte daling zien. De productie van varkensvlees blijft in de EU dan ook redelijk stabiel, maar niet in Nederland. Hier is al een grote daling van de productie te zien.
Varkensvleesproductie hoger in EU en VK, lichte daling verwacht in 2025
In de periode van januari tot en met juli 2024 is de varkensvleesproductie in de EU-27 (de 27 landen van de Europese Unie per 2020) en het Verenigd Koninkrijk (VK) met 3% toegenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De helft van die groei kwam door meer slachtingen en de andere helft door een stijging in het slachtgewicht.
Wel is het aantal zeugen in de acht grootste varkensvlees producerende landen van de EU in de eerste helft van 2024 met 0,6% afgenomen ten opzichte van eind 2023. Mogelijk wordt het aanbod van varkens iets krapper in de tweede helft van dit jaar. In Frankrijk (-0,5%), Nederland (-6%) en Italië (-6%) is de zeugenstapel gekrompen. In Duitsland (+1%), Denemarken (+1%) en Polen (+3%) is de zeugenstapel licht gegroeid in deze periode, terwijl het aantal zeugen in België en Spanje ongeveer gelijk is gebleven.
Een hoger aanbod leidde tot dalende vleesvarkens- en biggenprijzen in het tweede kwartaal van 2024. Voor herstel en behoud van opbrengstprijzen is een hogere productie niet wenselijk. Dat geldt ook voor 2025. We verwachten een lichte daling van (-0,5%) varkensvleesproductie in de EU-27 en het VK in het komende jaar. De grootste daling wordt in Nederland verwacht, waar we rekening houden met een afname van 10 tot 15% in de varkensstapel. Dit als gevolg van met name deelname aan de uitkoopregelingen. Ziektedruk, zoals PRRS in Spanje en ASF in een aantal andere landen, zal ook verdere groei van productie beperken.
Marges op de varkenshouderij gedaald, maar prijsbodem is bereikt
De varkensprijzen in de EU lijken, na een daling in het derde kwartaal van 2024 (zie figuur 1), de afgelopen weken stabiel te zijn. Varkensprijzen in Nederland en Denemarken blijven onder het gemiddelde niveau van de EU. Dit komt door de relatief hoge afhankelijkheid van export en de noodzaak om te kunnen concurreren op de internationale markt. Biggenprijzen zijn ook gedaald, in lijn met het seizoenspatroon. Als gevolg zijn de marges vooral in de zeugenhouderij sterk gedaald in de afgelopen maanden, maar door de relatief hoge opbrengsten in de eerste helft van 2024 is een positief bedrijfsresultaat al gewaarborgd.
Omdat het aanbod naar verwachting krapper wordt in de komende maanden en de vraag ook een seizoensgebonden verbetering laat zien, worden de varkensprijzen waarschijnlijk hoger in de EU. Aan de andere kant kunnen onzekerheden, zoals het Chinese antidumpingonderzoek gericht op varkensvlees in de EU, verwerkers voorzichtiger maken om de prijzen te verhogen. Doordat het niet duidelijk is wat de maatregelen zijn die China mogelijk neemt na dit onderzoek, is de impact lastig in te schatten. De exacte impact is afhankelijk van de hoogte van eventuele importheffingen en ook de producten die daaronder vallen. Zo’n importheffing zal een negatieve invloed hebben op prijzen en marges. Voor Europese exporteurs is het vinden van aantrekkelijke alternatieve markten voor bijproducten mogelijk een grote uitdaging. Door hogere prijzen van agrarische grondstoffen wordt in het vierde kwartaal van 2024 een lichte stijging van de voerprijzen verwacht. Wereldwijd zijn de voorraden van mais en soja relatief hoog, maar die lopen risico door drogere weersomstandigheden in Noord- en Zuid-Amerika.
Verstoring van de prijs en het aanbod van sojameel begin 2025 wordt waarschijnlijk voorkomen. Het Europees Parlement stemt binnenkort namelijk over het uitstellen van de European Deforestation Regulation. Deze verordening zorgt ervoor dat alleen ontbossingsvrije producten, onder andere sojameel, op de EU markt gebracht mogen worden.
Export varkensvlees blijft zwak in EU en VK
De export van varkensvlees uit de EU-27 en het Verenigd Koninkrijk daalde met 1% in de periode van januari tot en met juli 2024 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De export naar China daalde in deze periode met 7%. Hoewel de export van spiervlees vanuit de EU-27 en het VK naar China met 13% daalde, steeg de export van bijproducten met 23%. De volumes naar China waren in juli het hoogste tot nu toe in 2024. Dit komt overeen met onze verwachting dat er in de tweede helft van het jaar een grotere vraag uit China komt. Het is onzeker of Europa hiervan kan profiteren door de mogelijke importtariefverhoging op varkensvlees vanuit de EU.
Naar andere belangrijke bestemmingen zijn de volumes juist gestegen. We zien een stijging van de export naar de Filipijnen (+22%), Zuid-Korea (+18%), Vietnam (+16%) en Australië (+9%) in de eerste zeven maanden van 2024 in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
In de historische cijfers is te zien dat het niveau van export van de EU en het VK in 2023 ongeveer hetzelfde is als dat van 2015 (zie figuur 3). In 2024 wordt een lichte daling in de export volumes verwacht. Voor 2025 verwachten we dat de exportcijfers stabiel blijven of licht dalen ten opzichte van 2024.
Productie varkensvlees buiten Europa is ook aan het toenemen
In de Verenigde Staten lijkt de zeugenstapel na een daling eind 2023 te stabiliseren. Door verbetering van de productiviteit stijgt de productie met 2% in 2024 ten opzichte van 2023. In Brazilië zorgen toenemende exports en een groeiende binnenlandse vraag voor een hogere productie (+3,5% in 2024 ten opzichte van 2023). De huidige dalende varkensprijzen in China zijn vooral een correctie van een sterke stijging in de afgelopen maanden. De uitbreiding van de zeugenstapel gaat langzaam. Met de seizoensgebonden hogere consumptie wordt verwacht dat de importvolumes de rest van het jaar toenemen.
De dynamiek rond mestafzet en andere gestegen kosten blijft een uitdaging
Voerwinsten in de Nederlandse varkenshouderij zijn in 2023 en 2024 historisch hoog. Dit heeft ertoe geleid dat de varkenssector financieel sterker is geworden en dat bedrijven weerbaarder zijn voor toekomstige financiële tegenvallers. Dat is positief, maar minder positief is dat de kostprijs op veel bedrijven ook substantieel is gestegen. En dat dit waarschijnlijk nog verder toeneemt. Stijgende mestprijzen en arbeidskosten zijn een trend die veel bedrijven voelen. Ook huisvestingskosten nemen toe door nieuwbouw en renovatie. Dit om te voldoen aan toekomstige regelgeving om emissies te beperken en dierenwelzijn te verhogen. Een opbrengst van € 2,00 per kilogram geslacht gewicht lijkt niet verkeerd, maar de gemiddelde kostprijs in de EU gaat al aardig die kant op.
Bron: Rabobank