Eiwit vormt de bouwstenen van het lichaam. Het stimuleert groei, productie en ondersteuning van vitale lichaamsfuncties van dieren. Een goede opname hiervan is cruciaal. Met behulp van voeding kunnen we hier nog grote stappen in zetten, volgens Schothorst Feed Research.
Eiwit is een lange keten van aminozuren, die in stappen wordt afgebroken in het verteringsstelsel. Bij varkens begint de vertering in de maag met de vorming van enzymen. In de dunne darm vindt de echte vertering plaats. Verteringsenzymen uit de alvleesklier breken eiwit af tot kleinere eiwitten en aminozuren, die worden opgenomen in het bloed.
“De nadruk van de vertering ligt op de dunne darm”, legt Anne Huting, onderzoeker varkensvoeding bij Schothorst Feed Research, uit. “Wat daar niet wordt verteerd, gaat bij varkens door naar de dikke darm, waar de darmbacteriën het fermenteren. Het restproduct scheidt het lichaam uit via de urine en mest in de vorm van urea. Dit eiwit gooi je als het ware weg. Het is pure voeding voor de dambacteriën en kan niet meer dor het dier worden opgenomen. Dat is zonde. Ook is dit het punt waar schadelijke stoffen vrijkomen en emissie optreedt in de vorm van ammoniak.” Een volledige vertering van eiwit in de dunne darm is een illusie volgens de onderzoeker, maar de voersamenstelling kan hier wel grote stappen in zetten.
Eiwit voldoet aan aminozuurbehoefte
Onbenut eiwit gaat verloren tijdens de fermentatie en zorgt voor de vorming van schadelijke stoffen. Om emissie te reduceren wordt de eiwitkraan in diervoeding gedeeltelijk dichtgedraaid. Volgens Huting is het mogelijk om voeding met een verlaagd eiwitgehalte toe te passen, maar dient dit wel aan de aminozuurbehoefte van dieren te voldoen. Dit is afhankelijk van onder andere de leeftijd en productiestatus. “Wanneer er te weinig eiwit in het voer zit krijgen de dieren een tekort aan stikstof. Ook zorgt minder eiwit ervoor dat vrije aminozuren minder efficiënt worden opgenomen.”
Aminozuren in balans
Er bestaan twintig verschillende aminozuren. Sommige hiervan kunnen varkens zelf produceren, andere zijn essentieel en dienen in de voeding aanwezig te zijn. “Bepaalde aminozuren in de voeding beïnvloeden de vraag naar andere aminozuren. Hierdoor verschuift de balans. De voersamenstelling dient hier rekening mee te houden.”
Ook vergroot een verkeerde samenstelling van aminozuren de kans dat eiwitten onvoldoende worden benut, waardoor darmproblemen kunnen ontstaan. Daarnaast neemt het lichaam vrije aminozuren, die los aan het voer zijn toegevoegd, sneller op dan gebonden aminozuren (in eiwit). Het is daarom belangrijk dat het voer voldoende eiwitgebonden aminozuren bevat, zodat dit stabiel aanwezig blijft in het lichaam.
In de samenstelling van diervoeding draait het allemaal om balans, volgens de onderzoeker. Dit geldt voor zowel de keuze in als de verhouding tussen verschillende aminozuren. Schothorst Feed Research doet onderzoek naar de optimale samenstelling van diervoeding, zodat producenten van diervoeding, maar ook veehouders hier hun voordeel mee kunnen doen.
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Ruben Lijzenga