Bij opslag van vochtrijke co-producten is hygiëne erg belangrijk. Zeker met huidige temperaturen rond de 25°C is het reinigen van de silo van belang. Volgens Duynie Feed kan een vochtrijk milieu namelijk de basis vormen voor de (her-)groei van micro-organismen.
Preventie van ongewenste groei micro-organismen
Zorg dat de silo voldoende geventileerd is voordat u de silo binnen gaat. De instructie van Duynie Feed is om altijd met twee personen het reinigen van de silo uit te voeren. Zorg voor voldoende doorloop snelheid. Houd ook altijd het houdbaarheidstermijn aan. Werk hygiënisch: laat geen voerresten liggen. Spuit gemorst product altijd weg. Probeer de silo zo vaak mogelijk helemaal leeg te laten lopen, waardoor het nieuwe product niet wordt besmet met eventuele micro-organismen uit de vorige vracht.
Reinig silo’s, bunkers, leidingen en voertroggen regelmatig:
- suikerrijke producten: 4 – 6 maal per jaar
- eiwitrijke producten: 2 maal per jaar
- zetmeelrijke producten: 1 maal per jaar
Het reinigen van een silo kan al met water, door de silo schoon te spuiten en deze daarna 24 uur te laten drogen. Ook kan een schoonmaakmiddel of loog worden gebruikt. Bij hardnekkige problemen is na het schoonspuiten een behandeling met gistingsremmend zuur een optie. Overweging is het inschakelen van een bedrijf gespecialiseerd in silo reiniging, zegt Duynie Feed.
Gevaren micro-organismen
Het gevolg van ongewenste micro-organismen kan zijn:
- verlies van droge stof
- daling voederwaarde
- negatieve invloed op de smaak van het voer
- negatief effect op het rendement van het voer
- negatief effect op de gezondheid van dieren
Bestrijding van ongewenste groei van micro-organismen
Zoek de bron van besmetting op en bestrijd deze door het aangetaste product ruim te verwijderen en de silo waar mogelijk schoon te maken.
Overzicht micro-organismen
Gisten | Schimmels | Entero-bacteriën |
Schuimen van het voer | Witte of gekleurde laag op de toplaag of snijvlak van het voer | Zwavelachtige geur |
Daling droge stof percentage | Afbraak nutriënten | Verlies voederwaarde |
Afbraak nutriënten | Smaak van het voer loopt terug | Smaak van het voer loopt sterk terug |
Duidelijke smaak vermindering van het voer | Mogelijke productie van mycotoxinen | Rotting van het eiwit |
Voederwaardeverlies |
Gisten in suikerrijke producten
Gistvorming dient vooral bij suikerrijke producten te worden vermeden door de juiste hygiëne en conservering. Tijdens een sterke gisting van het product kan er in korte tijd erg veel CO2 gevormd worden. Dit leidt tot een verlies van droge stof en voerderwaarde, verspilling van het product bij het overlopen van opslagen en druk in leidingen en voormengers.
De pH van vochtrijke producten, die veelal lager is dan pH 4,5 biedt weliswaar voordelen bij het beperken van ongewenste bacteriën zoals E. coli en salmonella, maar biedt geen absolute garantie tegen gisten. Volgens Duynie Feed kunnen gisten namelijk bij een erg lage pH (2-4) overleven. Een goede hygiëne van de opslagtanks, voerkeuken, voerleidingen en voertroggen is absoluut vereist om problemen met gistvorming zoveel mogelijk te voorkomen. Bij onvoldoende hygiëne bestaat de kans dat na verloop van tijd een dusdanige hoeveelheid gisten in de opslag is achtergebleven, dat deze makkelijk uit kunnen groeien na een nieuwe levering. Enkele dagen na levering van de nieuwe vracht kan er dan gisting ontstaan, die wordt veroorzaakt door de exponentiële groei van gisten.
Schimmelvorming
Schimmels hebben zuurstof nodig om te kunnen groeien. Daardoor komen schimmels in vochtrijke diervoeders alleen voor op de toplaag, waar contact is met zuurstof. Schimmels gebruiken vooral eiwitten en suikers om te groeien. Vorming van schimmels tijdens opslag is niet wenselijk. De effecten zijn afhankelijk van het type schimmel dat voorkomt. Veelal zijn niet zozeer de schimmels gevaarlijk, maar de gifstoffen die ze produceren, de zgn. mycotoxinen, zegt Duynie Feed.
Enterobacteriën
Enterobacteriën zijn gramnegatieve bacteriën. Hieronder vallen o.a. E.Coli en Salmonella. Enterobacteriën komen vaak voor in gemalen grondstoffen, zoals gemalen granen. Het contactoppervlak, en daarmee de beschikbaarheid van nutriënten, is na het malen sterk verhoogd. Daarnaast stimuleert de extra warmte de bacteriegroei. De enterobacteriën zetten eiwitten om in ammoniak, biogene aminen en toxinen. Suikers zetten zij om in azijnzuur en uit nitraat kunnen de bacteriën het giftige nitriet vormen. In co-producten komen enterobacteriën relatief weinig voor door de lage pH. Een indicatie van de aanwezigheid van entero-bacteriën is een zwavelachtige geur. Hygiëne is belangrijk om deze bacteriën te vermijden. Enterobacteriën leiden niet alleen tot voederwaardeverliezen. Door afwijkingen van de smaak en geur van het voer daalt ook de voeropname.
Bron: Duynie Feed