Het publieke debat over de stikstofmaatregelen lijkt vooral te gaan over op het oog tegengestelde belangen rond economie en natuur. Terwijl maatregelen om stikstof terug te dringen in de veehouderij, naast de gevolgen voor de veehouders zelf, ook grote impact kunnen hebben op de gezondheid en het welzijn van hun dieren. Dat is nu juist de spil waar het in de veehouderij om draait. De veterinaire sector roept daarom op om het dier centraal te zetten in de transitie naar duurzame dierhouderij. Dierenartsen in de praktijk, wetenschap, het onderwijs en bedrijfsleven bieden hun kennis en deskundigheid hiervoor aan.
Het bestaande beleid – gericht op stikstofreductie – kijkt vooral naar verkleining (halvering) van de veestapel. Dat geeft echter geen garantie op een goede gezondheid en het welzijn van de overgebleven dieren. De KNMvD (beroepsvereniging van dierenartsen) en de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht publiceren daarom vandaag het position paper ‘Zet het dier centraal in de transitie naar een duurzamere dierhouderij’.
Remkes
Stikstofbemiddelaar Remkes maakt met zijn rapport ruimte om stappen voorwaarts te zetten en benadrukt dat er veel meer oog moet zijn voor een ‘One Health’-aanpak (klimaat, dierenwelzijn, water, bodem en gezondheid), maar volgens de KNMvD en de Faculteit Diergeneeskunde is er nog onvoldoende focus op het dier. De organisaties hadden graag meer nadruk gezien op de gevolgen van het beleid op dierengezondheid en dierenwelzijn. Daarom roepen ze het kabinet op om bij het herzien van het beleid het dier centraal te zetten en gebruik te maken van de kennis en expertise van de veterinaire sector.
Lees via onze website het position paper Zet het dier centraal in de transitie naar een duurzamere dierhouderij van de KNMvD (beroepsvereniging van dierenartsen) en de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
Bron: KNMvD