De Tweede Kamer debatteerde over het mestbeleid en in bijzonder de derogatie. LTO sprak vorige week al uit dat de afbouw van de derogatie negatief gaat uitpakken voor de waterkwaliteit, kringlooplandbouw en het verdienvermogen van de boer. Deze oproep vond goed gehoor in de Tweede Kamer, maar leverde geen verder resultaat op. De focus zat sterk op kunstmestvervangers, maar dat is enkel een deel van de oplossing. De beste vorm van kringlooplandbouw is nog altijd de onbewerkte mest direct uitrijden op eigen grond.
LTO heeft altijd gepleit voor het behoud van de huidige derogatie. De waterkwaliteit onder derogatie bedrijven is namelijk aantoonbaar beter dan gemiddeld en de derogatie levert een belangrijke bijdrage aan kringlooplandbouw. Daarbovenop komen de hoge kunstmestprijzen en problemen rondom beschikbaarheid daarvan. De inhoud van de conceptbeschikking zoals die op hoofdlijnen is gedeeld in de Kamerbrief van vorige week is op z’n minst schokkend te noemen. Met de extra eisen zijn de voordelen nog amper te zien. Hierover heeft LTO in aanloop naar het debat contact opgenomen met de Tweede Kamerfracties.
Stap weg van kringlooplandbouw
Gaandeweg het debat kwam het besef dat nu het kind met badwater wordt weggespoeld. De graasdierderogatie voor Nederland heeft aantoonbare voordelen voor waterkwaliteit en klimaat. De CU sprak terecht uit dat het verlies van derogatie een stap weg is van kringlooplandbouw, waarbij zowel boer als milieu verliezen. De minister wil met de financiële transitietegemoetkoming voorkomen dat grasland nu omgezet wordt naar mais en de waterkwaliteit achteruit gaat. Dit biedt geen volledige oplossing voor bedrijven en zal maar ten dele de klap van het derogatieverlies opvangen. Daarom merkte het CDA op dat door de relatief geringe vergoeding per deelnemer boeren zullen afhaken of na de afbouwderogatie het grasland gaan scheuren voor bijvoorbeeld maisteelt. D66 opperde om met maatregelen te voorkomen dat grasland nu omgezet wordt naar uitspoelingsgevoelige gewassen en daarmee negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit.
Kunstmestvervangers
Als alternatief omarmt inmiddels een groot deel van de fracties de inzet op kunstmestvervangers uit dierlijke mest. In verband met de wegvallende graasdierderogatie en hoge gasprijs, vroeg de VVD om niet te wachten op een ontheffing uit Brussel en hier direct mee aan de slag te gaan. Dat zou de pijn kunnen verlichten, en voorkomen dat agrarische ondernemers over moeten gaan op dure kunstmest en het afvoeren van waardevolle dierlijke mest. Minister Schouten waarschuwde voor overhaaste conclusies en een lang proces. En ook nu zijn kunstmestvervangers duurder dan het direct gebruik van dierlijke mest.
Duidelijkheid
LTO Nederland heeft afgelopen periode meermaals de minister opgeroepen om tijdig duidelijkheid te geven over de derogatie. Het mestseizoen is ten einde en nu pas worden de hoofdlijnen van de beschikking gepresenteerd waar het Nitraatcomité nog over moet stemmen. Voor bedrijven die het advies van het ministerie van LNV volgden en onnodig anticipeerden op het direct afschaffen van de derogatie door 170 kg N per hectare aan te houden, is het een hard gelag. Minister Schouten zei niks toe voor deze groep, terwijl GroenLinks, VVD en CDA opriepen deze boeren juist te belonen in plaats van af te straffen.
Een deel van het debat ging over de gebrekkige aanpak van mestfraude, ook omdat dit gekoppeld wordt aan het besluit in Brussel om de mestderogatie af te bouwen. Mestfraude leidt niet alleen tot milieuschade, maar zorgt ook voor een slecht imago voor de sector en oneerlijke concurrentie. Dit gaat ten koste van het overgrote deel van de ondernemers in de keten die integer en welwillend zijn. LTO werkt in ketenverband aan het initiatief ‘Samen werken in een eerlijke keten’. Vanuit het ministerie is dit nog niet opgepakt, en de VVD stuurt aan op een motie hiertoe.
Bron: LTO Nederland