Volgende week donderdag is in de Tweede Kamer een debat over zoönosen en dierziekten. In aanloop naar dit debat houden de Kamerleden vanavond een hoorzitting met artsen en hoogleraren. Vanuit de sector zijn de ogen momenteel gericht op het vogelgriepvirus en de Afrikaanse Varkenspest. De grootste risico’s voor Nederlandse veehouders zijn wilde dieren die deze dierziekten meenemen. Dit vraagt integrale actie vanuit de landelijke overheid en het opvolgen van de bestaande adviezen.
Zoönosen zullen altijd blijven voorkomen. Huisdieren, teken, wilde dieren of landbouwhuisdieren: als ze ziek zijn kunnen ze allemaal een besmettingsgevaar voor de mens vormen. Uitbraken komen vaak uit het buitenland, de aanpak moet dan ook integraal en internationaal zijn. Het laatste wat de veehouderij én ons land vooruit helpt is alles maar op basis van emotie op de veehouderij afschuiven.
Vaccinatie pluimvee
De pluimveesector is bezorgd over de vogelgriep. Pluimveehouders doen hun uiterste best om vogelgriep buiten de staldeuren te houden. Vrije uitloop kippen worden nu al weken binnengehouden. Maar het virus kan momenteel overal de kop op steken. Vanuit het hele land komen meldingen van zieke en dode wilde vogels. LTO dringt er bij de Tweede Kamer op aan om stappen te zetten richting vaccinatie van pluimvee. Nu het virus zo hard om zich heen grijpt, moet de noodzaak voor een vaccin duidelijk zijn. Dit vergt wel internationale handelsafspraken, nu andere landen nog de import van gevaccineerd pluimvee belemmeren. Vaccinatie is echter een oplossing op de langere termijn, want een goed werkbaar vaccin is nog niet beschikbaar. Daarom dringt LTO erop aan ook de andere aanbevelingen van de Roadmap strategische aanpak vogelgriep op te volgen.
Afrikaanse varkenspest
De opkomst van Afrikaanse Varkenspest (AVP) in de EU blijft zorgelijk, zeker nu ook in Italië AVP is aangetroffen bij wilde zwijnen. Het meest waarschijnlijke scenario is dat AVP de Nederlandse grens over komt via wilde zwijnen. De kans is 80% dat AVP voor het eerst bij wilde zwijnen is aangetroffen. Menselijk handelen, door het meebrengen van besmette etenswaren, is daarin het grootste risico. Goed beheer van de wilde zwijnenpopulatie is daarom van belang. LTO vraagt daarom om meer landelijke regie in het afschot van de wilde zwijnen ter preventie van een AVP-uitbraak in Nederland.
Zoönosen en intensieve veehouderij
Boeren hebben het grootste belang bij goede preventie en bestrijding van dierziekten en zoönosen. Daarbij krijgt de boer tegenstrijdige eisen vanuit de samenleving tussen dierenwelzijn en de volksgezondheid. Daarin klinkt de maatschappelijke wens naar meer open stallen en dieren in de buitenlucht. Door het (indirecte) contact met wilde dieren ontstaat er een groter risico op zoönosen. Ook als er minder dieren gehouden worden. De (intensieve) veehouderij is zo ingericht met maatregelen en monitoring van dierziekten dat de kans op introductie van een zoönose zoveel mogelijk wordt verkleind. Dit vraagt om een afweging tussen enerzijds een groter risico voor de volksgezondheid tegenover de veronderstelde winst voor het dierenwelzijn. Om die inzichtelijk te maken is ook een factsheet over zoönosen en de intensieve veehouderij meegestuurd naar de fracties.
Bron: LTO Nederland