Steeds meer agrobedrijven kiezen voor zonnepanelen en dragen zo bij aan het verduurzamen van onze nationale energievoorziening. Ook helpt het bij het verbeteren van het imago van het bedrijf en daarmee ook de sector in zijn algemeenheid. Dat op zich is al mooi, maar wat levert het nog meer op?
Laten we eerlijk zijn: we willen best investeren in verduurzaming, maar het is wel prettig als er ook een verdienmodel aan vastzit. Er zijn grofweg twee soorten installaties:
- de wat grotere installaties, ondersteund met SDE-subsidie, die voor een belangrijk deel hun opgewekte stroom terugleveren aan het openbare net
- installaties die doorgaans wat kleiner zijn en voornamelijk stroom produceren voor eigen gebruik.
Zonnepanelen: Stroom opwekken voor eigen gebruik
ABAB ziet steeds vaker dat het verkrijgen van een SDE-beschikking niet meer vanzelfsprekend is. Ook is het op grote schaal stroom terugleveren aan het net vanwege capaciteitsproblemen lang niet overal meer mogelijk.
Dan blijft er een mogelijkheid over die wel altijd kan: met een kleine installatie (max 3 x 80A netaansluiting) stroom opwekken voor voornamelijk eigen gebruik. Het verdienmodel voor stroom produceren voor eigen gebruik zit hem niet in alleen in het niet hoeven inkopen van de ‘kale’ kilowatts, maar vooral in het niet hoeven afdragen van energiebelasting en Opslag Duurzame Energie (ODE) over de zelfgeproduceerde stroom. Met de huidige salderingsregeling kunnen zonnepaneelhouders de geproduceerde stroom die zij niet direct gebruiken, aan het net leveren en deze later weer tegen dezelfde kosten terughalen op momenten dat de eigen stroomproductie onvoldoende is.
Rendement
Kunt u zo uw volledige stroomverbruik opwekken en salderen? Dan levert dit een heel mooi rendement op. Voor de eerste 10.000 kWh verbruik bedragen de energiebelasting en ODE in 2021 bijna € 0,125 per kWh, tussen een verbruik van 10.000 en 50.000 kWh ruim € 0,09 per kWh en boven de 50.000 kWh ca € 0,035 per kWh. Voor de eerste kWh-productie is het voordeel nog niet zo heel groot, maar voor bedrijven die het volledige eigen verbruik opwekken, zijn dit leuke bedragen.
Helaas staan er veranderingen op stapel: vanaf 2023 wordt deze salderingsregeling waarschijnlijk langzaam afgebouwd naar nul. Mogelijk komt hiervoor een nieuwe regeling, maar daarover is nog geen duidelijkheid. De Tweede Kamer heeft aangegeven dat het volgende kabinet hierover een beslissing mag nemen. Vooralsnog gaan we ervanuit dat de salderingsregeling ophoudt te bestaan en dat op termijn salderen tot het verleden behoort.
Opstelling zonnepanelen
Voorheen was het duidelijk: zo veel mogelijk panelen gericht op het zuiden leggen, levert de meeste stroomproductie en dus rendement per dag op. Nu salderen in de toekomst niet meer vanzelfsprekend is, wordt gelijktijdigheid van meer belang. Een zonnepaneel produceert doorgaans de meeste stroom als deze op het zuiden is gericht. De stroomproductie heeft dan wel een hele duidelijke piek rond het middaguur. Indien u niet direct deze stroom zelf gebruikt is de besparing van energiebelasting zonder salderingsregeling met zo`n paneel dus minder dan met de huidige salderingsregeling.
Oost-west is ook best?
Panelen die in een oost-west-opstelling liggen, produceren per dag misschien wel tien procent minder stroom, maar wel gelijker verdeeld over de dag: de eerste helft van de dag op de oostkant en de tweede helft aan de westkant. Zo kunt u voor een langere periode overdag in de eigen stroomproductie voorzien en de besparing van de energiebelasting optimaliseren. Dit sluit prima aan bij bedrijven waar het stroomverbruik ook gelijker verdeeld is over de dag. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven met melkrobots of waar continu geventileerd wordt. Nu de salderingsregeling op de schop gaat en het belangrijker wordt om de gelijktijdigheid te optimaliseren, worden de daken waar de panelen in een oost-west-opstelling liggen interessanter.
Bron: ABAB