Doordat het aantal geboren biggen de laatste jaren is gestegen, is de druk rond de uier toegenomen. Op de meeste varkensbedrijven is het niet mogelijk om alle biggen bij de eigen zeug groot te brengen. Hierdoor is het noodzakelijk om het overschot aan biggen op een alternatieve wijze groot te brengen. Nadeel hiervan is dat de kraamstal minder efficiënt benut wordt en/of de speenleeftijd onder druk komt te staan.
Agrifirm heeft een oplossing om het grootbrengend vermogen van de zeugen te verhogen, namelijk de 3-2 methode. Met deze methode worden er twee tomen bij drie zeugen gespeend, waardoor er één zeug vrij komt. De 3e zeug wordt dan gezien als een pleegzeug. Dit leidt uiteindelijk tot een hogere kraamstalbenutting met meer grootgebrachte biggen bij de zeug per jaar.
Hieronder een tabel van Agrifirm met de voor- en nadelen van de verschillende manieren om het overschot aan biggen groot te brengen:
Stappenplan 3-2 methode
Dag 1: Gebruik de Split-Suckling methode om alle biggen voldoende biest op te laten nemen.
Dag 2: Uniformeer de tomen en leg de zeugen zo vol mogelijk op basis van het aantal functionele spenen, maar meng zo min mogelijk. Verleg de biggen tussen 24 en 48 uur na geboorte.
Dag 3 – 7: Zoek twee fitte, goed lacterende zeugen in aangrenzende hokken die aan deze criteria voldoen:
- Gelijkwaardig qua melkproductie, goede conditie en goed vretend.
- Bij voorkeur 2e- of 3e-worps zeugen.
- Rond dag 7 na werpen.
- Uniforme biggen, even oud en zonder symptomen van diarree.
Haal het tussenschot tussen de twee zeugen uit en zorg voor een extra (automatische) drink-/vreetplaats voor de biggen. Vraag advies bij jouw Agrifirm adviseur voor automatische bijvoersystemen.
Zoek een derde fitte zeug met eenzelfde gelijkwaardige toom van dezelfde leeftijd en leg de hele toom van deze zeug bij de andere twee zeugen. Er liggen nu 40-45 gelijke biggen bij twee van de drie zeugen.
Bij de derde zeug leg je alle magere biggen. Maak indien nodig een tussenstap, afhankelijk van in welke leeftijdsgroep de magere biggen zitten.
Dag 21: Bekijk welke biggen al zwaar genoeg zijn om te spenen en speen deze om de lichtere biggen extra kans te geven aan de uier.
Dag 28: Speen de resterende biggen en huisvest deze apart in de gespeende biggenstal, zodat extra aandacht kan worden besteed aan deze groep.
Binnen de 3-2 methode is het mogelijk om zowel nat- als droogvoer te voeren.
Bron: Agrifirm